Indianen van de Standing Rock Sioux, verdreven uit een actiekamp tegen de aanleg van een oliepijplijn in North-Dakota, hebben donderdag hun tenten opgeslagen nabij het Capitool in Washington D.C.

Op de Mall, een groenstrook tussen het Capitool en de obelisk van het Washington Monument, zijn donderdag diverse tipi’s verrezen. De Standing Rock Sioux indianen hebben, samen met indianenstammen uit het hele land, hun protest tegen de aanleg van de North Dakota Access Pipeline door hun gebied verplaatst naar het politieke centrum van de macht. Onder Obama werd de aanleg van de pijplijn stilgelegd. De nieuwbakken president Trump besloot vrijwel meteen dat de bouwwerkzaamheden moesten worden hervat.

Twee weken geleden werden in North-Dakota de resterende 46 mensen die nog in een tentenkamp verbleven opgepakt. Het betrof voornamelijk oorlogsveteranen die zich bij de indianen hadden aangesloten. De meesten die verbleven in het actiekamp, dat een jaar lang heeft bestaan, hadden zich gehouden aan een door de overheid afgekondigde deadline. De Dakotapijpleiding loopt door vier staten en is bijna voltooid. Het laatste deel dat nog moet worden aangelegd loopt door het leefgebied van twee indianenstammen.

De indianen zijn bevreesd dat de pijplijn olie zal gaan lekken waardoor het grondwater wordt vervuild. Zodra er olie in de Missouri-rivier terecht komt, zou dat wel eens een grote milieuramp kunnen veroorzaken. Ook willen ze de heilige gronden waar hun voorouders begraven liggen, beschermen. „Ergens is het ironisch: Trump houdt immigranten tegen bij de grenzen van het land, maar de Amerikanen die als eersten in dit land verbleven jaagt hij weg”, zegt Royal Yellow Hawk in Washington aan de NOS.

Het besluit van Trump om de aanleg van de pijplijn in North-Dakota te voltooien, heeft het verzet onder de indianen weer aangewakkerd. „Het is ongekend wat we hier in Washington zien: stammen komen samen uit Californië, New Mexico en Oklahoma. Ik heb dat nog nooit meegemaakt”, zegt Steve Tamayo van de Sicangu Lakota uit South Dakota. „Ik heb het gevoel dat die oranje man in het Witte Huis wil dat de vulkaan uitbarst. Maar daar zal hij spijt van krijgen.”

Niet iedereen in het tentenkamp op de Mall is even activistisch ingesteld. Casey Camp-Horinek bijvoorbeeld ziet zichzelf niet als een demonstrant. „Ik sta hier juist als beschermer van het water. Ik ben hier om onze traditionele kennis over moeder aarde te delen”, zegt de Ponca-indiaan uit Oklahoma. „Wij vechten al bijna 500 jaar voor onze waarden. Het is alsof de problemen waarvoor wij aandacht eisen, pas nu door anderen worden gezien.”

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties