hoewel de koude nog flink voelbaar is
regen met bakken uit de lucht valt
harde wind ons wandelen zo nu en dan
onmogelijk maakt
zijn de winterse dagen aan het vertragen
doet het voorjaar voorzichtig zijn intrede

het verblijf in de polder is aangenaam
vroege voorjaarsvogels de paddentrek, padden
die zich na de overwintering met tientallen tegelijk
over wegen en paden richting sloten wagen
de reiger die we elke avond op het veldje
naast de oprijlaan zien staan

mannetjes eenden die opgewonden vaak met
zijn tweeën achter het vrouwtje aangaan
midden op de weg elkaar waggelend
proberen te passeren
verstoord langzaam rijdende auto’s met
felle koplampen trotseren

narcissen die in groepjes de grond uit ploppen
waarvan alleen nog het groen te zien is
de gele bloemen moeten zich nog ontpoppen
monogame zwanen die zich langs de waterkant
over het grasland banen, alvorens het kraambed
op orde maken eerst zullen paren

in de polder vertoeven we jaarlijks een aantal weken
kuieren over paden langs weilanden waar
straks weer schapen en paarden zullen grazen
ontlopen hier de dagelijkse sleur
weg van de drukte en chaos van het stadse leven
een genoegen het habitat van het buiten te beleven

 

 

tekst Marina Verte | foto Jan Kees Helms

Door ravage