vele tranen ontnemen het zicht
bedekken bomen en paden in
regen en mist
immens verdriet doet mij zuchten en kreunen
laat takken, en vogels die zich schuilen in
kruinen van bomen door rukwinden
alle kanten opwaaien
mij is de vreugde ontnomen door plagende
kwelgeesten en treiterende demonen
mijn nerveuze aard en zwak gestel
konden niet aan de gevolgen ontkomen
door dikke grijze wolken valt mijn
treurnis op aarde, als de goden mij
goedgezind zijn zullen lichtwezens
mij al wenkend gebaren
kan ik opgelucht de aarde verlaten, de lucht
zal weer klaren en al wat verregend is zich
baden in de warmte van doorbrekende zonnestralen