De laatste jaren was het schering en inslag met amateuristisch gerommel in de sociale woningsector waar zowel huurder als belastingbetaler de dupe van werd. Zelfs nu het beter gaat met de economie is er het plan een soort van schuldverklaring bij de huurder neer te leggen. Deze keer niet door middel van extra huurverhogingen, maar door de huurbescherming op te heffen. Maakt niet uit of je geworteld bent in een buurt en tevreden woont, je hebt maar op te rotten (zonder verhuisvergoeding) als jou dit vriendelijk verzocht wordt.
Als het aan de Amsterdamse woningcorporatie Stadgenoot ligt, dient een huurder die op een te grote woning zitten namelijk plaats te maken voor een gezin. Dit zou de doorstroming bevorderen. Volgens de corporatiekoepel ‘de enige manier om nieuwkomers en bestaande huurders een wooncarrière te kunnen bieden’. Het plan is nog niet vastgelegd in een wet, maar lijkt een kwestie van tijd als het aan topman Marien de Langen van Stadgenoot ligt. Optimistisch meldt hij: ‘Ik hoop dat mijn plan aan de formatietafel in Den Haag op enthousiasme kan rekenen’.
Met dat enthousiasme zit het wel goed. De politiek zal ongetwijfeld welwillend reageren als er weer een rekening bij de lage inkomens kan worden neergelegd. Met name de VVD en PvdA hebben de laatste jaren, met medewerking van D66, niets nagelaten om elke vorm van bestaanszekerheid te slopen of weg te bezuinigen: of het nou gaat om de doorgeslagen flexibele arbeidsmarkt, afbraak van sociale zekerheid of zoals nu wederom een ingreep in sociale huurwoningen. Moet je maar zorgen dat je genoeg verdient om te kunnen kopen, toch?
Terwijl een paar jaar geleden nog ‘volkshuisvester’ NV Stadsgoed, dochteronderneming van Stadgenoot, dreigde om te vallen omdat het ‘bedrijf’ topzwaar was geworden door de enorme schuldenlast vanwege een uit de hand gelopen vastgoedavontuur op de Wallen, in de wandelgangen van het Amsterdamse stadhuis Project 1012 genoemd. In plaats van gemeenschapsgeld voor sociale huurwoningen te benutten, kocht de corporatie als een kip zonder kop panden op. De enige die wijzer werd is de veronderstelde criminele sector.
Wat opvalt is dat De Langen, in 2011 al bestuurder van Stadgenoot, destijds niet de herrie maakte die hij nu wel maakt met zijn ‘woonrecht’. Het is blijkbaar makkelijker om naar beneden te trappen dan je baas te kritiseren. Het was toenmalig wonderboy wethouder van Financiën van Amsterdam, Lodewijk Asscher, die de ‘gemeentecorporatie’ opzadelde met schulden door het panden te laten kopen om vrouwenhandel tegen te gaan. Asscher speelde in zijn vorige leven voorbeeldig de moraalridder. Vrouwenhandel is door de actie overigens niet opgelost: door het sluiten van ramen gingen veel (buitenlandse) vrouwen zoals te verwachten was ondergronds werken, waardoor hun positie in feite verslechterde.
Stadgenoot kreeg, evenals collega-corporaties, voor hun wanbeleid een ‘verhuurdersheffing’ opgelegd door de politiek en Asscher vertrok naar Den Haag om de vicepremier uit te hangen. De corporaties verkochten op grote schaal sociale huurwoningen om schulden mee af te kunnen lossen waardoor de nieuwe woningnood is ontstaan: historisch lange wachttijden voor een sociale huurwoning, extreem hoge huren en veel achterstallig onderhoud. De huurmarkt in de vrije sector is er trouwens ook weinig mee opgeschoten. Maar huizen bouwen ho maar.
De lage inkomens zullen, indien de Haagse politiek het voorstel van Stadgenoot omarmt en de Woningwet ervoor aanpast, met deze stap definitief worden getransformeerd tot tweederangs burgers. Als de wereldvreemde bestuurselite maar een beetje historisch besef heeft, zou ze begrijpen dat dit niet zonder gevolgen zal blijven aan toekomstige formatietafels.
Ron Kretzschmar