Een huurder van een corporatiewoning is gemiddeld een derde van zijn inkomen kwijt aan woonlasten als huur, energie en lokale belastingen, een stijging ten opzichte van 2014.
Het aantal corporatiewoningen ten opzichte van de doelgroep is in 2015 afgenomen. Met name voor de huurders die in de inkomenscategorie vallen waarmee ze in aanmerking komen voor huurtoeslag is het aantal woningen gedaald. Dit komt door een toename van het aantal huishoudens in de sociale huursector en een afname van het aantal corporatiewoningen met een huur tot maximaal 618 euro. Dat melden corporatiekoepel Aedes, de vier grote steden (G4), de middelgrote steden (G32), de VNG en de Woonbond.
In de corporatiesector gaven huurders in 2015 een groter deel van hun inkomen uit aan huur dan in 2014. Dit komt door een daling van het netto besteedbaar inkomen en een stijging van de huurprijzen. De gemiddelde netto huurquote (percentage van het inkomen dat aan huur wordt betaald, gecorrigeerd voor huurtoeslag) van huishoudens in corporatiewoningen was in 2014 22,5 procent en in 2015 23,6 procent.
Het percentage huishoudens in een corporatiewoning dat een betaalrisico heeft, is in 2015 dan ook toegenomen ten opzichte van 2014. Er is sprake van een betaalrisico als het netto besteedbaar inkomen te laag is om naast de huur alle noodzakelijke uitgaven te dekken. In 2014 had 14 procent van de huishoudens in een corporatiewoningen een betaalrisico. In 2015 was dit percentage opgelopen tot 14,8 procent.
Verhoudingsgewijs geven huishoudens in particuliere huurwoningen een groter deel van hun inkomen uit aan huur- en woonlasten dan huishoudens in een corporatiewoning. In 2015 bedroegen de gemiddelde netto woonlasten in de corporatiesector 580 euro en was de woonquote 33 procent. In de particuliere sector was dit 815 euro met een gemiddelde woonquote van 37 procent. Particuliere huurders hebben ook vaker een te hoge huur voor hun inkomen. Bij corporaties is dit 12,9 procent van de huishoudens, bij particulieren maar liefst 19,6 procent.
Aedes, G4, G32, VNG en de Woonbond hebben de Lokale Monitor Wonen ontwikkeld als instrument om tot een beter lokaal woonbeleid en betere prestatieafspraken te komen. KING en ABF Research hebben de monitor gebouwd op basis van onder andere CBS-gegevens en cijfers van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De Lokale Monitor Wonen is onderdeel van de website ‘Waar staat je gemeente.’