Voor Jelle

 

zo een prille jongeman vol levenslust
met dan weer vage dan weer heldere
dromen voor ogen
dromen over het schone, over reizen met
gelijkgestemden naar exotische oorden
over vrijheid, onafhankelijkheid
dromen die verspreid over de voor hem
liggende jaren uit zullen komen

zijn zachte stem neuriet bij het krieken
van de dag als hij zijn haar toiletteert
water sprenkelt over zijn jeugdig gelaat
in de spiegel secuur zijn fris gebit inspecteert

de jongeman opent met een enkel gebaar
de sloten van zijn pas verworven fiets
rijdt moeiteloos met zijn schoen stevig op
het pedaal door de drukke ochtendspits

een vader met zijn kleine grut op zitjes op
de fiets, de krantenjongen die voorbij raast op
een brommer, toeterende automobilisten met
felle koplampen die aan het oog voorbij flitsen
allen op weg en in de weer naar hun bestemming
door chaotisch verkeer in de grote stad met zijn
geplaveide straten en statige gebouwen

de jongeman rijdt en ontwijkt het geharrewar
naar het groen en in bloei staande plantsoen
parkeert er zijn fiets, neemt plaats op een bank
aan de rand van het water, waar eenden duikelen
in het kroos op zoek naar voer en vrijelijk
badderen in een aangenaam fris buitenbad

een koele bries strijkt als zachte vingers
langs zijn wang en door zijn volle bruine haar
van een appel neemt hij een flinke hap
voelt het leven door zich heen stromen
op hem afkomen, denkt bij zichzelf kom
maar op ik ben er klaar voor
gooit het klokhuis in de bak en wrijft zijn
hand langs de mond met een nonchalant gebaar

 

 

tekst Marina Verte | foto Martin Broek [blog]

Door ravage