Rusland moet Nederland meer dan 5 miljoen euro betalen omdat het in 2013 de Arctic Sunrise illegaal aan de ketting heeft gelegd. Het Hof in Den Haag stelt het land aansprakelijk voor de materiële en persoonlijke schade.

Het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag oordeelde eerder in 2015 dat Rusland onrechtmatig heeft gehandeld met het vastleggen van het Greenpeace-schip en het arresteren van de bemanning. De schadevergoeding die nu is toegekend bestaat onder meer uit bijna 1,7 miljoen euro vanwege het toebrengen van vernielingen aan de Arctic Sunrise en 600.000 euro vanwege de arrestatie en het vasthouden van de bemanningsleden.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Rusland gevraagd het bedrag snel uit te betalen, maar de kans is groot dat Moskou dit verzoek negeert. Tot nu toe heeft Rusland elke medewerking aan de rechtszaak, aangespannen door Nederland, geweigerd omdat Moskou de autoriteit van het Hof niet wenst te erkennen. Zelfs het aandeel in de gemaakte juridische kosten voor het tribunaal is nooit uitbetaald.

De Arctic Sunrise werd augustus 2013 in internationale wateren geënterd door een Russische commando-eenheid. Op dat moment voerde Greenpeace actie tegen olieboringen in het Noordpoolgebied. Het actieschip werd aan de ketting gelegd terwijl de 30-koppige bemanning werd vastgezet wegens piraterij. Onder druk van internationaal protest en een aanklacht van Nederland bij het Internationaal Zeerechttribunaal (ITLOS) werd de bemanning na twee maanden op borgtocht vrijgelaten.

De Arctic Sunrise werd tot de zomer van 2014 vastgehouden waarna het gehavende schip terugkeerde naar Amsterdam. Momenteel heeft het schip koers gezet naar de Barentszzee, waar het Noorse oliebedrijf Statoil zijn boorexpedities steeds verder naar het noorden uitbreidt. Bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens loopt nog een zaak wegens schending van de vrijheid van meningsuiting, aangespannen door de dertig bemanningsleden.