Ooit eens uit de alledaagse sleur stappen moet een droom zijn voor velen. Dat het resultaat hiervan wel eens minder aangenaam kan uitpakken, ondervindt de hoofdpersoon van Wakefield.

Howard Wakefield (Bryan Cranston), een man van middelbare leeftijd, heeft een goedbetaalde baan op een advocatenkantoor in Manhattan. Hij bewoont een riant huis in een New Yorkse buitenwijk met zijn echtgenote Diane (Jennifer Garner) en hun tweelingdochters. Als uitvloeisel van een dag vol tegenslag belandt Howard op de zolder van zijn garage tegenover zijn huis. Hij wil er even tot bezinning komen en zich onttrekken aan de gezinsverplichtingen.

Wat bedoeld is als een nachtje alleen verandert in een maandenlange bivak. Door een raampje kan Howard zijn gezin nauwkeurig observeren. Op die manier wil hij te weten komen hoe zijn vrouw en dochters zijn afwezigheid ondergaan, of ze er wel verdrietig om zijn. Gedurende de nachten gaat hij op strooptocht naar voedsel in de afvalbakken van de buren, en zelfs in die van zijn gezin. Howard verslonst zienderogen.

Wakefield, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 2008 van E.L. Doctor, roept voldoende vragen op. Is Howard een voyeuristische sadist die er genoegen in schept om het leed te aanschouwen wat hij zijn vrouw en dochters aandoet? Is de man een subversieve held die in opstand komt tegen de leegheid van de consumptiemaatschappij?

In ieder geval is Howard een tamelijk onaangenaam heerschap. Een dergelijk onsympathiek personage is zeldzaam voor een grote Amerikaanse film. Het is aan het aanzienlijke acteertalent en het charisma van Bryan Cranston te danken dat Wakefield behoorlijk meeslepende is geworden. Hij weet van Howard een aannemelijk personage te maken. De vertelstem leidt ons door de zielenroerselen van de man, die nou niet bepaald een betrouwbare getuige is van zijn eigen leven.

Het meest intrigerende aspect van de film is dat Howard wenst te ontsnappen aan de wurgende tredmolen van de moderne samenleving. Dat zou je een utopie of wensdroom kunnen noemen, maar wanneer Howard die waar wil maken resulteert dat in een nachtmerrie. Hij creëert daarmee voor zichzelf een nieuwe gevangenis. Om als marginaal te moeten overleven is geen pretje. Robin Swicord heeft er een redelijk nuchter drama met filosofische lading van gemaakt, zonder teveel in melodramatische trucs te vervallen.

De filosofische lading van het verhaal is minder goed uit de verf gekomen. In een zinnetje in de film wordt eraan gerefereerd dat Howard met zijn nieuwe bestaan als marginaal zijn ware bestemming gevonden zou hebben. Hij zou als het ware verdwijnen in de oneindigheid van het universum. Enkele fraaie beelden ondersteunen dat, maar aan het einde van de film wordt die verwachting gelogenstraft.

Ulrik van Tongeren

Wakefield (Dutch FilmWorks, 2016), nu in de bioscopen.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties