vogels vliegen moeiteloos en vrijelijk
tussen dicht op elkaar staande in vol
blad getooide bomen
met de scherpe snavels recht vooruit
voelen zij de warme lucht langs hun
krachtige vleugels stromen
gelijk sierlijke ballerina’s wisselen zij
elkaar af in een harmonisch gaan en
komen terwijl soortgenoten hun
aanwezigheid rondfladderend van tak
naar tak fluitend en luid tjilpend het
luisterend oor belonen
zo nu en dan verschijnen er luid krassende
kraaien, belagen een op de grond scharrelende
eekhoorn die zigzaggend rondom de stam van
een boom omhoog snelt om aan deze roofzuchtige
vogels te ontkomen en van de schrik bekomen
veilig de holte van een boom weet te behalen
als de onruststokers zijn verdwenen landt
een duif op de zonbeschenen toppen van een
hoge struik, balanceert met de vleugels gespreid
op het bladerdek, eet wat de struik aan voedsel
te bieden heeft, maar wordt door een soortgenoot
verdreven die brutaal zijn plek inneemt
de vogels in de nabije omgeving vangen hun
roep en zang weer aan
het is weer een komen en gaan van deze fraaie
gevleugelde wezens