blootsvoets dwaal ik door het huis
door kamers met krakende houten vloeren
mijn handen betasten de kalken muren
naast de open haard hangt een kruis

ik staar naar het lijden van Christus, bloedend
met gespreide armen, het hoofd met doornen
krans, de verlosser die licht voorover kantelt

ik zak op mijn achterste op de grond
mijn knieën opgetrokken, voel de tocht
langs mijn nek en dun geklede bovenlijf
por met de pook verkoolde resten rond

zacht neurie ik zomaar wat om de stilte te
doorbreken die zo luid aanwezig is, net als
mijn ademhaling en mijn bonzend hart

een kleine spin bungelt aan een onzichtbaar
draad naast mijn hoofd, voorzichtig raak ik
hem aan, hij is hier niet van gediend en snelt
moeiteloos buiten mijn bereik omhoog

ik kruip naar het midden van de kamer naar het
door motten aangetaste bruingele Perzische tapijt
er hangt een peertje dat een schaars licht verspreidt

in een foetushouding lig ik op het versleten kleed
ik zak in een droomloze slaap, een traan loopt langs
mijn neus, morgen zal ik buiten door de tuin waden
met geplukte gele bloemen in mijn ongekamde haren

langs de rand van de vijver zitten in het hoge gras met
mijn voeten in het koele water baden terwijl mijn ogen
turen naar bedrijvige vogels in het dichte struikgewas

 

tekst Marina Verte | foto Jan Kees Helms

Door ravage