De Turkse universiteitsdocent Nuriye Gülmen is in de nacht van maandag op dinsdag tegen haar wil van een gevangeniskliniek overgebracht naar een staatsziekenhuis in Ankara.
Ze is door een hongerstaking van ruim een halfjaar erg verzwakt en kan in bed nauwelijks meer overeind komen, aldus Onur Naci Karahanci van de artsenkamer in de Turkse hoofdstad. Gülmen ging op 9 maart samen met basisschoolleerkracht Semih Özakca in hongerstaking. De twee protesteren tegen hun ontslag na de mislukte ‘staatsgreep’ van juli vorig jaar.
Özakca verblijft nog in de ziekenboeg van de gevangenis in Ankara. Gülmen en Özakca nemen alleen water, suiker, zout en vitamine B tot zich. Ze willen hun actie doorzetten tot ze hun baan terughebben. Ze behoren tot de meer dan 100.000 Turkse ambtenaren die na de ‘couppoging’ onder de noodtoestand per decreet ontslagen of geschorst werden.
Gülmen en Özakca worden tevens beschuldigd van deelname aan een terreurorganisatie. Hun proces begon 14 september in de rechtbank van Ankara. De docenten mochten niet naar de ‘rechtszaak’ komen omdat ze volgens de autoriteiten zouden kunnen vluchten. Tegen hun advocaten, die er ook niet waren, zijn arrestatiebevelen uitgevaardigd. De politie joeg voor het gerechtsgebouw een groep sympathisanten met traangas uiteen.
De Nederturk Volkan Caliskan zat vorige maand twee weken in Turkije vast voor zijn vermeende steun aan de hongerstakers. Hij werd samen met anderen gearresteerd tijdens een voetbalwedstrijd omdat ze achter een spandoek zaten waarop een steunbetuiging stond. Hoewel Caliskan inmiddels weer op vrije voeten is, beschouwt de Turkse dictatuur hem nog wel als verdachte en mag hij het land niet uit.