‘Besluit is uiting van onwil en oneerlijkheid’

Vredesadvocaat Meindert Stelling is door het Hof van Discipline in hoger beroep geschrapt van het tableau. Zijn weerwoord.

Maandag 9 oktober 2017 heeft het Hof van Discipline in hoger beroep ingestemd met mijn schrapping van het tableau. Dit beroepsverbod is met name gebaseerd op mijn meningsuitingen over de handelwijze van het Hof en de deken van de Haagse orde van advocaten.

Hof en deken maakten bezwaar tegen mijn kritiek op rechters die in kernwapenzaken de waarheid en het recht geweld aandeden. Op rechters die zich schaarden achter de opvatting dat een nucleaire vernietiging van steden, dus een nucleaire massamoord van genocidale omvang, niet altijd onrechtmatig zou zijn. Aan die kritiek, die de collaboratie van rechters met de misdadige voorbereidingen voor die massamoord op ontluisterende manier blootlegde, moest klaarblijkelijk hoe dan ook een einde worden gemaakt.

In hun ijver om dit laatste te bewerkstelligen, lieten het Hof en de deken zich niets gelegen liggen aan de beperkingen die de Grondwet en wet stellen aan hun bevoegdheden. Zo eiste de deken dat hij werd ontvangen in mijn woning annex kantoor, hoewel de wet expliciet uitsluit dat de deken toegang tot een woning zou kunnen verlangen. Evenmin stoorden het Hof en de deken zich aan de waarheid.

Uiteraard verdedigde ik mij tegen die onrechtmatige handelwijze en veroordeelde die. Mijn meningsuitingen daarover zijn evenwel alle gebaseerd op concrete feiten die in schriftelijke stukken zijn neergelegd. Op feiten die dus volledig controleerbaar zijn. Maar over de juistheid daarvan heeft het Hof zich in zijn uitspraak niet willen uitlaten.

Dit laatste tekent de onwil en oneerlijkheid van het Hof, dat zelf groot belang had bij de uitkomst van de tuchtzaak tegen mij. Want onderdeel van die zaak was mijn kritiek op een eerdere uitspraak van het Hof tegen mij van januari 2015. Het Hof was zodoende per definitie betrokken en niet onpartijdig.

In die eerdere uitspraak had het Hof onder meer beweerd dat ik in mijn beroepschrift ‘krachttermen’ zou hebben geuit. Een absurde bewering, aangezien in dat beroepschrift geen enkel vloek- of scheldwoord kan worden aangewezen. Door mij werd dan ook niets miszegd toen ik sprak over bedrog van het Hof. Het Hof had immers opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken gegeven.

Vanzelfsprekend vindt een bedrieger het niet aangenaam wanneer zijn bedrog wordt onthuld. Doorgaans zal hij uitwegen zoeken om niet te hoeven erkennen dat er sprake was van bedrog. Op die manier heeft ook het Hof mijn kritiek benaderd. Het Hof wilde in zijn uitspraak van 9 oktober niet toegeven dat hij een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven, maar kon het oordeel dat hij bedrog had gepleegd niet weerleggen door vloek- of scheldwoorden aan te wijzen in het betreffende beroepschrift.

Daarop werd een uitweg bedacht: mijn gemotiveerde oordelen werden los van de context gepresenteerd, kregen het woord ‘beschimpingen’ opgeplakt, en er werd niet ingegaan op de gedocumenteerde feiten. Daarbij vertrouwde het Hof er klaarblijkelijk op dat niemand de moeite zou doen om de feiten te controleren. En zo draait het Hof de samenleving opzettelijk een rad voor ogen.

Dit laatste doet het Hof ook inzake zijn vermeende bevoegdheid om te mogen oordelen over meningsuitingen van advocaten. Het Hof beroept zich hierbij op de gedragsnorm van de Advocatenwet, dat een advocaat zich moet onthouden van gedrag ‘dat een behoorlijk advocaat niet betaamt’. Die gedragsnorm wordt zo ‘ingevuld’ dat deze ook betrekking heeft op de meningsuiting. Daarmee gaat het Hof lijnrecht in tegen de Grondwet, die inhoudt dat uitsluitend de wetgever bevoegd is de meningsuiting te begrenzen.

Bovendien geldt dat die bevoegdheid niet mag worden gedelegeerd aan lagere organen. Dit is van belang, omdat het college van afgevaardigden bevoegd is om regels te stellen inzake de voor advocaten geldende gedragsnorm. Dit is een gedelegeerde regelgevende bevoegdheid die uitsluit dat de gedragsnorm een beperking van de meningsuiting inhoudt.

Het Hof is uitdrukkelijk op deze consequentie gewezen. Maar op bedrieglijke wijze stelt het Hof dat de gedragsnorm geen delegatie van regelgeving inhoudt. Opzettelijk gaat het Hof eraan voorbij dat die delegatie in een andere bepaling van de Advocatenwet is geregeld.

De vraag die resteert is hoe een einde kan worden gemaakt aan de ondermijning van de rechtsstaat en de integriteit van de balie door een niet-integer, maar bedriegend en rechtsschendend Hof van Discipline.

mr. Meindert Stelling

Meindert Stelling legde begin jaren ’80 zijn functie als beroepsofficier bij de Koninklijke Luchtmacht neer uit protest tegen de kernbewapening. Sindsdien heeft hij als jurist talloze zaken in handen genomen van activisten die zich verzetten tegen militaire aangelegenheden. Zijn enorme weerzin tegen atoomwapens stak hij zowel in de rechtszaal als erbuiten nimmer onder stoelen of banken.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

2 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Arnaud Kiers
6 jaren geleden

Meer dan 30 jaar geleden was de laatste grootste demonstratie tegen kernwapens, nu hoor je er niemand over en toch is de Nobelprijs voor de Vrede dit jaar een hoopvol teken; nu Nederland nog !

Jim van Leenhoff
6 jaren geleden

Door Meindert Stelling’s schrapping van het tableau, zal het moeilijker worden om tegen kernwapens te demonstreren.