Duizenden milieuactivisten grijpen de VN-Klimaattop in Bonn aan om te demonstreren, een alternatieve conferentie bij te wonen en een naburige bruinkoolmijn stil te leggen.
De VN-Klimaattop (COP 23) die van 6 tot 17 november wordt gehouden in Bonn in Duitsland is alweer de 23ste op rij. De vorderingen op het gebied van het gezamenlijk terugdringen van de CO2-uitstoot verloopt al decennia dermate traag dat milieuactivisten zich genoodzaakt zien rond de klimaatconferenties steevast massale protestacties te organiseren. Ook in Bonn zal dit het geval zijn. Vanuit Nederland zijn vrijdag in georganiseerd verband zo’n 250 actievoerders vertrokken.
Zaterdag houden uiteenlopende ngo’s onder het motto ‘Bescherm het klimaat. Stop met steenkool!’ een betoging door de stad waarvoor om 12 uur verzameld wordt op het Münsterplatz. ‘Regeringen doen niet genoeg om de klimaatcrisis te stoppen’, meldt de organisatie. ‘Enkel beslissende en snelle actie in álle landen kan een veilig klimaat voor iedereen opleveren.’ Steenkool moet in de ban worden gedaan terwijl duurzame energie gestimuleerd dient te worden.
Aan de vooravond van de Klimaattop, op zondag 5 november, vindt de actie Ende Gelände (‘tot hier en niet verder’) plaats. Middels een combinatie van legaal protest en burgerlijke ongehoorzaamheid zal de extractie van bruinkool in de mijnen op een tiental kilometers van Bonn een halt toe worden geroepen. Samen met de Pacific Climate Warriors zal er een ceremonie gehouden worden om de urgentie en de onrechtvaardigheid van het klimaatprobleem te onderstrepen.
Tevens vindt van 3 tot 7 november een alternatieve klimaatconferentie plaats, The People’s Climate Summit. Op het programma staan meer dan vijftig werkgroepen waar gepraat wordt over thema’s als de socio-ecologische transitie in de praktijk en voorbeelden uit verschillende delen van de wereld waar gestreden wordt voor klimaatrechtvaardigheid. Zaterdag 11 november wordt er opnieuw gedemonstreerd.
Op de Klimaattop zelf wordt door parlementaire volksvertegenwoordigers gebakkeleid over de uitwerking van het klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs werd gesloten. Dat draagt alle deelnemende landen op hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Ook moeten de ontwikkelde landen vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar (ruim 94 miljard euro) bijdragen aan een fonds dat ontwikkelingslanden moet helpen hun klimaatmaatregelen te financieren. Uiterlijk december 2018 moet duidelijk zijn hoe het klimaatakkoord van Parijs in de praktijk zijn uitwerking krijgt.
Onlangs werd duidelijk dat in ons land door de plannen van het nieuwe kabinet de klimaatafspraken van Parijs voor ongeveer de helft kunnen worden gehaald. Om de doelen helemaal te halen, moet het kabinet met het bedrijfsleven aanvullende afspraken maken, stelde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het kabinet doet er goed aan ook verder vooruit te kijken, aldus het PBL. De doelen voor 2050 zijn nog vaag.