in de regen op het water vist de man ongestoord
in zijn bootje dat licht deint, geniet van zijn rust
en overdenkt zijn leven
een leven van hard werken op de boerderij zonder
klagen, bevredigend om de schapen op een afgezet
stuk weiland te zien grazen om in alle vroegte de
koeien op stal te melken
de kinderen groot zien worden, een vrouw die naast
de moestuin en het huishouden altijd weer met haar
kookkunsten lekkers vulde op de witte diepe borden
het was een rijk leven met voldoende reuring, met
onder meer een jaarmarkt, het schapen scheren
de kalveren geboren zien worden, dat al had de
man zo zijn voldoening gegeven
nu was het tijd om zo nu en dan op het meer zittend
onder de riante paraplu beschermd tegen de felle zon
of de druilerige regen te genieten van zijn rust
met zijn hengel in de herfst van zijn leven, de
ontspanning van het vangen van vissen, om deze
vervolgens weer te bevrijden van het haakje en ze
hun vrijheid in het water terug te geven