De Venezolaanse regering gebruikt systematisch geweld tegen demonstranten en politieke opponenten, inclusief marteling. De socialistische president van Venezuela, Nicolás Maduro, wordt beticht van dictatoriaal beleid.

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) documenteert in een nieuw rapport, dat tot stand kwam in samenwerking met de Venezolaanse mensenrechtenorganisatie Foro Penal Venezolano, 88 gevallen waarbij minstens 314 mensen betrokken waren. Arrestanten werden geslagen, kregen elektrische schokken toegediend, werden verstikt, aangerand en op andere gewelddadige manieren onder druk gezet.

In sommige gevallen gebruikte de politie traangas in kleine ruimten waar arrestanten werden vastgehouden. Ook werden ze langdurig in overvolle, kleine cellen opgesloten, werd hen eten en water onthouden, of werden ze gedwongen voedsel te eten dat was vervuild met uitwerpselen, insecten of as van sigaretten. Veiligheidstroepen gebruikten ook buitenproportioneel geweld tegen mensen op straat en arresteerden en vervolgden tegenstanders van de regering.

Het is niet voor het eerst dat president Maduro hard optreedt tegen dissidenten, maar de ernst van de repressie is dit jaar volgens HRW gestegen tot een niveau dat lange tijd niet voorkwam. „Het gaat hier niet om geïsoleerde of incidentele gevallen”, zegt José Miguel Vivanco van HRW. „Er is sprake van systematische praktijken door de Venezolaanse veiligheidstroepen.”

In april van dit jaar gingen in Venezuela tienduizenden mensen de straat op. Directe aanleiding was een besluit van het regeringsgezinde Hooggerechtshof om het parlement, waarin de oppositie een meerderheid had behaald tijdens de verkiezingen, buiten spel te zetten. De demonstraties verspreidden zich snel door het land en werden gevoed door een bredere onvrede onder de bevolking over het bewind van Maduro.

„De autoriteiten hebben sinds april minstens 5400 mensen gearresteerd”, zegt Alfredo Romero, directeur van het Foro Penal Venezolano. „Sommige gevangenen werden vrijgelaten zonder dat ze voor de rechter hoefden te verschijnen, andere kregen te maken met vervolging op onduidelijke gronden en zonder eerlijke procesvoering.”

De bevindingen van HRW zijn gebaseerd op gesprekken met slachtoffers en hun familie, advocaten verbonden aan het Foro Penal en medische professionals die de slachtoffers behandelden. Ook werden foto’s, video’s, medische rapporten en gerechtelijke uitspraken doorgenomen. Het onderzoek richtte zich op slachtoffers in Caracas en dertien andere deelstaten, in de periode van april tot september van dit jaar.