eindelijk bracht je me naar het strand
een blauwe lucht, koel en winderig
waar de wangen van gaan tintelen
door jouw ogen wandelde ik met je
mee langs het heen en weer rollende
bruisende water vlak langs de zeekant

het ruisen en de overslaande golven van
de zee overstemde mijn gedachten en mijn
ongemakken, het was als zat ik op je rug
mijn armen om je heen, jouw handen
stevig om elk been

deze reis door het opstuivende zand deed
alles even verzachten, ik voelde je rennen
je was onverstaanbaar door de stevige wind
ik zag je kijken en zo nu en dan bukken naar
schelpen die je bijzonder vond

beelden streelden mijn ogen, en even,
als een fantast liep ik, rende ik met je mee
voelde het opspattende water van de zee,
proefde het zout op mijn lippen, de wind
die mijn haren alle kanten deed opwaaien
eindelijk bracht je me naar het strand

 

 

 

tekst Marina Verte | foto Jan Kees Helms

Door ravage