You Were Never Really Here is een film die aankomt als een mokerslag, bruut en direct. De Schotse regisseuse Lynne Ramsay is eindelijk weer terug na haar meesterwerk We Need To Talk About Kevin (2011). Het nieuwe drama over een getraumatiseerde killer heeft dezelfde hypnotiserende intensiteit als haar eerdere werk.
Joe, gespeeld door Joaquin Phoenix, heeft een forse baard en het opgepompte lichaam van een beul. Hij is ex-militair en wordt door rijke New Yorkers ingehuurd om hun weggelopen tienerkinderen op discrete wijze terug te brengen. Joe krijgt de opdracht om de dochter van een jonge senator te bevrijden uit een huis waar minderjarige meisjes misbruikt worden door perverse lieden. Op de achtergrond speelt nog zoiets als een politieke samenzwering.
Ramsay is niet geïnteresseerd in het fabriceren van een conventionele genrefilm. Als kijker worden we meegezogen in een wereld die eerder doet denken aan een hallucinatie dan aan de alledaagse realiteit. Dat begint al met de gekwelde en naargeestige hoofdpersoon Joe die nauwelijks zijn trauma’s onder de duim weet te houden. De film bevat flitsen waarin vreselijke dingen getoond worden die in zijn jeugd gebeurd zijn. Desondanks is hij een vervaarlijke vechtmachine.
Voor elke opdracht brengt hij een bezoek aan een doe-het-zelf zaak om een hamer aan te schaffen waarmee hij de hersens van zijn tegenstanders inslaat. Ramsay is wel zo uitgekookt om dat uitzinnige geweld grotendeels buiten beeld te houden waardoor het in feite nog harder aan komt. You Were Never Really Here doet in de verte denken aan Taxi Driver van Martin Scorsese. Ze hebben de eenzame anti-held en New York gemeen, dat is het.
Het meest opmerkelijke aan de film is hoe summier het script in elkaar steekt. Ramsay heeft slecht 85 minuten en verrassend weinig dialoog nodig om haar nachtmerrieachtige wereld gestalte te geven. Het in flashbacks getoonde verleden van Joe had ze wellicht beter weg kunnen laten. Het onpeilbare gezicht van de anti-held, waarmee zijn psychische gesteldheid tot uiting komt, spreekt boekdelen. Joaquin Phoenix doet de toeschouwer sidderen, wat kan die man intens acteren.
Er valt zoveel te bewonderen, want ondanks de bruutheid van het geheel heeft de film een onverwacht dichterlijke inslag. Dat komt alleen al door de mooiste opnames ooit die onderwater zijn gemaakt. Deze stille momenten beklijven in de hectische vertelling. Lynne Ramsay heeft met haar vierde speelfilm wederom een meesterwerk afgeleverd.
Ulrik van Tongeren