Voor pers en andere professionals zijn op het Internationaal Filmfestival Rotterdam (IFFR) zogenoemde pro-vertoningen bij te wonen, voorstellingen waar geen toegangskaartje voor nodig is. Doorgaans zijn dat oases van rust, maar zelfs daar kan een kijker overmand worden door emoties. Wat te denken van de oudere heer die tijdens de vertoning van het lesbische drama Nina helemaal los ging.
Onophoudelijk halfluid in zichzelf pratend, en soms met spastische armbewegingen, ging de man tekeer. Was de taboedoorbrekende erotische vertelling een brug te ver voor de brave man, of was het de ultieme filmervaring van zijn leven? Om daar dan twee uur naast te zitten maakt het ondergaan van het ambitieuze filmdebuut van Olga Chajdas extra memorabel. Dat een dergelijk project uit het oerconservatieve Polen afkomstig is, is trouwens opmerkelijk.
Nina is lerares, bijna van middelbare leeftijd en zit gevangen in een kinderloos huwelijk. Wanneer ze Magda ontmoet denkt ze de ideale draagmoeder gevonden te hebben. Voordat de kunstmatige bevruchting tot stand komt, zijn we getuige van een uitzonderlijk zinnelijk verhaal over verboden vrouwenliefde. De protagonisten komen tot rust in een giga rode baarmoeder van een lesbische nachtclub, overigens een prachtig decorstuk.
Mensen die massaal tijdens de vertoning van een film de zaal verlaten is een normaal verschijnsel op het IFFR. Dat dit nou juist tijdens de prachtige Duitse film Drift van Helena Wittmann gebeurde, is pijnlijk. De makers zaten nog wel in de zaal. Het is een film die in geen enkele categorie onder te brengen is. Het is zeker geen realistische verbeelding, veeleer een dromerige mijmering over de immense schoonheid van de natuur, in het bijzonder de zee.
De zee is in alle mogelijke vormen te zien, van vredig tot woest. Het eeuwigdurende geklots is rustgevend. De geluidsband speelt een belangrijke rol in de opbouw van de intensiteit. Het rommelende geluid van de zee gaat over in diep grommende elektronische klanken. Het middendeel van Drift bestaat alleen maar uit hypnotiserende beelden van het water. De makers schoten de beelden tijdens een twintig dagen durende zeereis over de Atlantische Oceaan.
Het fictieve deel van de film behelst de vriendschap tussen twee vrouwen. Bij aanvang van de film zitten ze genoeglijk aan een strand in Noord-Duitsland. Later gaat een van hen met de fiets, te voet, in een auto en op een boot op weg naar betoverende verre oorden. De ander blijft thuis in Hamburg. Hier is de reis belangrijker dan het doel, een nimmer uitgesproken achterliggende gedachte.
Drift is een zintuiglijke ervaring. Dat er fictie in de film is verwerkt, in de vorm van een vriendschap en mogelijk liefde tussen twee jonge vrouwen, is briljant gekozen. De film zou anders te abstract zijn geworden.
Ulrik van Tongeren