Rabot

In de wandelgangen van het Internationaal Filmfestival Rotterdam (IFFR) zei een oude Belgische filmcriticus, die het festival al vele jaren bezoekt, dat hij twee dagen voor het einde al zestig films had gezien. „En het meeste was rommel”, voegde hij er resoluut aan toe.

Hopelijk had de criticus het niet over de film Rabot van zijn landgenote Christina Vandekerckhove. Deze fraaie en aangrijpende documentaire portretteert een in ernstig verval geraakte torenflat in de wijk Rabot in Gent. Enkele maanden voordat de sloophamer zou vallen begon zij met het filmen van het gebouw en zijn bewoners. De film is op caleidoscopische wijze in elkaar gezet. Hier geen opnamen die op chronologische volgorde zijn gemonteerd, maar tijdsprongen maakt van de ene bewoner naar de ander.

Die methode zorgt voor hartverscheurende momenten. We zien gemeentewerkers de woning van een overleden 68-jarige man leegruimen, waarna er van hem beelden worden getoond toen hij nog leefde. In zijn sjofele optrekje rolt hij routinematig zijn sigaretten en merkt op dat de dokter hem het advies heeft gegeven met roken te stoppen. Op minutieuze wijze wordt de dagelijkse routine van de bewoners van de woontoren getoond. Ze roken veel en drinken onophoudelijk bier op de bank, terwijl de tv constant aanstaat.

Zo ziet armoede er uit, zou de conclusie kunnen zijn, maar de film is heel wat genuanceerder dan dat. Naast schaarste, verdriet en stille wanhoop gaat Rabot evenzeer over liefde. Meerdere malen zijn we getuige van een oud koppel zittend aan de maaltijd, een genoeglijk samenzijn. Een Ghanese vrouw is psychiatrisch patiënt, haar vriend drankzuchtig. Ze waren twintig jaar getrouwd waarna scheiding volgde. Nu houden ze elkaars handen weer stevig vast. „Bier redt het leven van mijn vrouw”, zegt hij.

De film levert een ontluisterend beeld van een falende verzorgingsstaat. Waar en wanneer het mis is gegaan met dit grootschalige woonproject valt buiten het bestek van de documentaire. Volgens een oudere bewoner ging het fout nadat migranten massaal de flat bevolkten. De beelden van de verlaten interieurs zijn mateloos fascinerend in al hun gore desolate glorie. Een van de laatste beelden toont een shot op afstand van de ontzielde blokkendoos waar veertig jaar lang mensen leefden.

L’amant d’un jour

De 70-jarige Franse regisseur Philippe Garrel is ruim veertig jaar aanwezig op het IFFR met films over de liefde. Hij begon behoorlijk experimenteel, thans is zijn werk toegankelijker. L’amant d’un jour is het laatste deel van een trilogie. Gilles is filosofiedocent van middelbare leeftijd en heeft een relatie met de 23-jarige studente Ariane. Zijn dochter Jeanne is even oud en kampt met serieus liefdesverdriet. Ze trekt bij haar vader en diens minnares in waarna er een behoorlijk ingewikkelde situatie ontstaat.

Garrel is een te scherp observator van menselijk gedrag om een doorsnee romantische komedie te maken. Dat is L’amant d’un jour dan ook zeker niet. Het is in ieder geval weer een tamelijk aangename komedie die in prachtig zwart-wit is opgenomen. De film werd gemaakt voordat de #metoo stampij op Twitter losbarstte. Grote vraag is of de regisseur ook in de toekomst zijn politieke incorrecte films over foute relaties kan blijven maken.

Ulrik van Tongeren

Eerdere bijdragen over het IFFR 2018 lees je hier en hier.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties