‘Als een olievlek dijt het gemeentebedrijf uit. Wordt de ene heringerichte wijk op de kaart gezet, dan gaat de volgende alweer voor de bijl’, schrijft Jaqueline Schoemaker in een close reading over de vernieuwing van de Amsterdamse Javastraat.

     door Ron Kretzschmar

Waar de beschrijving ‘wereldpassage met mediterrane uitstraling’ mij aan deed denken toen ik deze voor het eerst las? Aan een stad ergens in de buurt van de Middellandse Zee uit een speelfilm als Topkapi, met een blauwe Bosporus op de achtergrond. In ieder geval komt er iets exotisch in me opborrelen uit een nogal belegen filmproductie, oftewel, een oosterse stad in Hollywood-verpakking. Maar aan de Javastraat in Amsterdam, waar ik niet ver vandaan woon, dacht ik in het geheel niet.

Jacqueline Schoemaker, die het boek Het failliet van de Javastraat schreef, kreeg op haar beurt bij deze beschrijving vakantiebeelden voor ogen van een Barcelona-achtige stad. ‘Terrasjes, palmbomen en marineblauw zeewater’ zijn de beelden die zij ziet verschijnen. Zo heeft een ieder wel zijn eigen verbeelding bij een dergelijke fantasierijke omschrijving, maar die tegelijkertijd naar niets concreets verwijst.

Nu zou je kunnen zeggen dat dit de kracht is van goede marketing, maar in dit geval kan je het beter de zwakte ervan noemen. Die zwakte heeft namelijk betrekking op het feit dat ‘wereldpassage met mediterrane uitstraling’ niet afkomstig is uit een reclamefolder, maar uit het beleidsrapport Economische Versterking Javastraat van de gemeente Amsterdam.

   Beleidskoeterwaals

Schoemaker, zelf woonachtig in de Indische Buurt, analyseerde het rapport met behulp van close reading, een analytische tekstbenadering uit de literatuurwetenschap dat zij heeft gestudeerd. Het beleidsrapport is weliswaar opgesteld in 2008, niet meer actueel zou je kunnen zeggen, en de Javastraat en omgeving zijn inmiddels al weer een poosje geleden door de gemeentelijke wringer gehaald.

Maar dat maakt de methode aan de hand waarvan zij ‘de dagelijkse realiteit achter de werkelijkheid van de beleidstekst’ tevoorschijn haalt niet minder urgent. Met name wanneer je op het internet Gebiedsplan 2017 van stadsdeel Zeeburg in Amsterdam aantreft waarin monter wordt aangekondigd dat het ‘aantal sociale huurwoningen in de Sumatraplantsoen- en Ambonpleinbuurt zal afnemen’ (p28).

In 2008 werden, tot ongenoegen van bewoners, de iepen in de Javastraat gekapt in het kader van de herinrichting

In Economische Versterking Javastraat wordt namelijk beweerd dat het Amsterdamse gemeentebestuur het beste voor heeft met de winkeliers en bewoners van de Javastraat. Als je vandaag de dag in de Indische Buurt rondloopt, zie je dat dit anders heeft uitgepakt. De gemeente blijkt met haar plannen vanaf het begin het doel te hebben gehad vooral zichzelf te bedienen ten koste van de lage inkomens.

Schoemaker legt uit dat de werkelijke bestemming die de gemeente voor ogen had, ondanks het verhullende taalgebruik, tussen de regels door te lezen valt. Het rapport is alles behalve literatuur, maar het beroemde adagium van de Haagse dichter Martinus Nijhoff is hier van toepassing: ‘lees maar, er staat niet wat er staat’.

De auteur van het rapport, niet met name genoemd, maakt voortdurend gebruik van retorische trucs zoals herhaling van negatief geladen woorden als ‘eenzijdig’ en ‘gebrekkig’ om die te verbinden met ‘winkelaanbod in de Javastraat’ zodat het ‘als vanzelf werkelijkheid wordt zonder dat dit strookt met de feitelijke realiteit’.

Waarbij de auteur niet zelden struikelt over zijn eigen wollige taalgebruik, wat je eerder freudiaanse versprekingen zou kunnen noemen dan onschuldige ‘beleidsbloopers’. Hoe moeten we bijvoorbeeld, schrijft Schoemaker, een dubbele boodschap in dezelfde alinea opvatten waarin de auteur enthousiast over de Javastraat schrijft dat het een ‘zeer levendige en multiculturele uitstraling’ heeft, maar tegelijkertijd over een ‘eenzijdig winkelaanbod’ beschikt?

Of neem de dubbele moraal die geregeld de kop op steekt. De gemeente problematiseert het feit dat winkelpanden vooral in bezit zijn van particuliere eigenaren, veel te versnipperd wat een kwalijke zaak is, terwijl ze zelf als doel heeft om een koopwoningenmarkt te creëren waardoor de huizen in handen komen van particuliere eigenaren die er lucratieve short stay plekken van maken voor toeristen en zakelijke bezoekers. Waarbij de gemeente er natuurlijk voor zorgt dat ze hierbij een vinger in de pap heeft.

   Gentrificatie

In het laatste hoofdstuk maakt Schoemaker duidelijk dat de overheid in Amsterdam Oost, in tegenstelling tot de tot vervelens toe herhaalde politieke mantra van deze tijd als ‘terugtredende overheid’, zeker niet van plan is terug te treden. Integendeel, je kan geen activiteit in de buurt opnoemen of de gemeente bemoeit er zich mee, waarbij je moet begrijpen dat initiatieven van buurtbewoners genegeerd worden, of niet worden goedgekeurd.

Daarentegen is de gemeente zelf initiatiefnemer van een duizelingwekkend aantal buurtprojecten waarmee ze het dagelijks leven in de buurt beheert en beheerst. Wat doet vermoeden dat de ambtenaren van het stadsdeel geïnspireerd zijn geraakt door Noord-Korea.

Over haar motivatie om het boek te schrijven, merkt Schoemaker op: ‘Ik maak een analyse van de blauwdruk aan de hand waarvan die processen gebeuren. Het beleidsplan dat ik gekozen heb, had er net zo goed één kunnen zijn van Oost-Londen of Madrid.’ Het gaat haar ‘om de retorische taal die ons zand in de ogen probeert te strooien, taal waarmee een overheid een proces van gentrificatie (wat een proces van uitsluiting is) probeert te rechtvaardigen, en daarmee zijn publieke taak verzaakt.’

In feite is een beleidsplan als Economische Versterking Javastraat, zo stelt zij, niet meer dan een commercieel businessplan van de overheid in samenwerking met drie woningcorporaties die je niet anders dan op winst beluste projectontwikkelaars (met staatssteun) kunt noemen. Doel is om winst te maken met luxe koopwoningen in de buurt en een winkelaanbod creëren voor een publiek dat veel te besteden heeft.

Onlangs verscheen tevens het boek Javastraat, biografie van een volksstraat van Maxime Smit, een analyse van de geschiedenis en de ontwikkelingen (gentrificatie) aan de hand van gesprekken met bewoners. Lees hier de recensie.

 

titel  Het failliet van de Javastraat
auteur  Jacqueline Schoemaker
uitgave  Paperback, 152 pagina’s
uitgever  Leesmagazijn, 2017
prijs  17,95 euro
isbn  978-94-91717-46-8

 

 

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties