De Amerikaanse filmmaker Paul Thomas Anderson toog naar Londen voor zijn achtste speelfilm, een liefdesdrama. De man heeft wederom een raadselachtig, niet te categoriseren, meesterwerk afgeleverd.

In Phantom Thread, zich afspelend in de jaren ’50 van de vorige eeuw, bestiert de gevierde modeontwerper Reynolds Woodcock (Daniel Day-Lewis) een Londens modehuis samen met zijn zuster Cyril. Met zijn uitzinnige ontwerpen streeft hij naar esthetische perfectie. Het stinkend rijke clientèle staat in de rij om zijn peperdure creaties aan te schaffen.

Reynolds is narcistisch, arrogant en tiranniek. Zijn legertje naaisters staat aan het begin van de werkdag nederig in het gelid. In de film wordt subtiel de suggestie gewekt dat deze vermolmde hiërarchische wereld op het punt van instorten staat. Binnen dit op hem toegesneden universum kan Reynolds geen reuring gebruiken. In een kroeg op het plateland ontmoet hij de jonge dienster Alma (Vicky Krieps) en verleidt haar.

Alma maakt al gauw onderdeel uit van zijn entourage. Probleem voor Reynolds is dat zij geen meegaand type is. Alma blijkt ten volle opgewassen te zijn tegen de dominante modeontwerper en laat zich niet afdanken. Reynold’s zuster Cyril, subliem vertolkt door Lesley Manville, maakt met haar dubbelzinnige rol het drama extra spannend en vermakelijk.

Daniel Day-Lewis speelt nooit zomaar een rol. Hij verrichtte onderzoek naar de persoon Reynolds Woodcock en nam een jaar lang naailes. Die noeste arbeid heeft ervoor gezorgd dat hij de kleermaker overtuigend neerzet. Het meest opmerkelijke van zijn vertolking is de verstilde wijze waarop hij acteert; zijn lichaamstaal is weergaloos knap. Dit zou overigens de allerlaatste rol van Day-Lewis zijn wat een schok teweeg bracht binnen de filmwereld.

Een andere verrassing is het verfrissende optreden van Vicky Krieps als Alma, model, muze en minnares van Reynolds. De makers hebben geen poging gedaan om haar Luxemburgse accent te verdoezelen.

Die hang naar authenticiteit is immer een constante factor in het werk van regisseur Paul Thomas Anderson. Het werk van kostuumontwerper Mark Bridges die de collectie voor de film schiep, is trouwens een genot voor het oog.

De meester en zijn onderdaan is een geliefd thema voor Anderson. Dat begon al met zijn eerste film Hard Eight (1996), handelend over een oude gokker die een jonge collega onder zijn hoede neemt. Het verhaal van The Master (2012) is gemodelleerd op sekteleider Ron Hubbard van Church of Scientology. De charismatische cultleider ontfermt zich in die film over een getraumatiseerde ex-marinier. De vertelling toont de kolkende machtsstrijd tussen beide mannen.

In Phantom Thread wordt een vergelijkbare machtsstrijd gevoerd, namelijk de loopgravenoorlog tussen de doortrapte Reynolds en de schijnbaar onhandige en wereldvreemde Alma. De relatie tussen de twee is in de eerste plaats platonisch want Reynolds is doodsbenauwd voor intimiteit. Alma haalt alles uit de kast om in het bed van haar echtgenoot te belanden.

Dat streven leidt tot een barok eindspel, ondersteund door onverwachte suspense. Alma neemt in feite de macht over binnen de relatie. Het merkwaardige optimistische einde van de film is geen garantie voor een gelukkige toekomst van het stel. Phantom Thread mag dan vele duistere kanten hebben, het is tevens een film die volgestouwd is met sardonische humor en verrassende wisselingen van toon.

Ulrik van Tongeren

Phantom Thread (Universal Pictures International, 2017), nu in de bioscopen.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties