vandaag geen kinderen of
rondrennende drukke, maar
zo gezellige kleinkinderen
in de boerderij was het stil
de man keek naar buiten
zag dat de koeien weer op
het land stonden, hij liep
naar zijn achtertuin, trok zijn
kraag omhoog, het was kil
slechts de sloot scheidde hem
van de tientallen dieren die
gemoedelijk stonden te grazen
van het jonge, sappige gras
vlak voor hem stond de stier die
niet voor zijn nieuwsgierige blik
wilde wijken, kwaadaardig schraapte
hij zijn voorbeen over de grond om
zijn ongenoegen te laten blijken
de lange koude maanden had hij
verveeld in de schuur doorgebracht
liggend in stro doorweekt van
zijn eigen poep en plas
zijn eerste dag buiten in de wei
een koele bries langs zijn gespierde
lijf, samen met zijn koeien die hij
niet alleen bevruchtte, maar ook
beschermde tegen andermans bemoeien
de man genoot van de reactie van de
krachtige stier, hield het voor gezien
riep zijn hond, wandelde rustig richting
de dijk gevolgd door zijn viervoetig dier