Het meeste plastic afval in de oceanen is afkomstig vanuit Aziatische landen. India kondigt aan vanaf 2022 geen wegwerpplastic meer te zullen produceren.
India wil binnen vier jaar wegwerpplastic uitbannen. Dit maakte de Indiase milieuminister Harsh Vardhan dinsdag bekend tijdens zijn toespraak op de Wereld Milieudag, een jaarlijks VN-initiatief waarvan India dit jaar het gastland is. In 2022 moet er geen wegwerpplastic meer te vinden zijn in het land. De Indiase premier Modi had tijdens een eerdere speech al gezegd dat plastic „een bedreiging voor de mensheid” aan het worden is.
Als India het verbod doorzet, is dat bijzonder ambitieus want het verandert de afvalproductie van 1,3 miljard mensen ingrijpend. Volgens de Indiase Central Pollution Control Board genereert het land dagelijks 15.000 ton plastic afval, waarvan 40 procent niet wordt opgehaald. In 2012 noemde het Indiase Hooggerechtshof het ongebreidelde gebruik van plastic zakjes nog ‘een grotere bedreiging voor toekomstige generaties dan een aanval met een atoombom’.
India vraagt naar aanleiding van Wereld Milieudag aandacht voor vier punten. Eerst en vooral moet de vraag naar plastics die slechts eenmalig worden gebruikt naar beneden. Verder moet er beter nagedacht worden over al het plastic afval. Plastic doet er immers honderden jaren over om af te breken, het vervuilt de bodem en geraakt zelfs tot in de voedselketen. Ten derde is bewezen dat het afbraakproces van plastic leidt tot het ontstaan van microplastics.
Recente studies wijzen uit dat 90 procent van het flessenwater en 83 procent van het kraanwater microplastics bevat. Deze minuscule plasticdeeltjes komen terecht in ons bloed, maag en longen. Plastic wordt gemaakt van synthetische polymeren die resulteren in goedkope, lichte en lang houdbare producten die het leven vaak vergemakkelijken. Door al die voordelen is de vraag naar plastic gestegen van 5 miljoen ton in 1950 naar meer dan 300 miljoen ton in 2017.
De Verenigde Naties schat in dat wereldwijd per jaar meer dan vijfduizend miljard plastic zakjes worden geconsumeerd en zeventien miljoen vaten olie worden gebruikt voor de productie van plastic. Van al dit plastic is de helft bestemd voor eenmalig gebruik (bijvoorbeeld rietjes, roerstaafjes, plastic bekers, drankflesjes en plastic zakjes). Na gemiddeld elf minuten worden deze plastics weggegooid.
Het grote probleem is dat jaarlijks 13 miljoen ton van dit soort plastics via waterlopen in de oceanen belanden waardoor 100.000 zeedieren om het leven komen die de stof opnemen. Volgens Amerikaans onderzoek zijn China en Indonesië de grootste vervuilers van de oceanen, gevolgd door de Filipijnen, Vietnam en Sri Lanka. In de top tien staan in totaal acht landen uit Zuidoost-Azië. Op de twaalfde plaats in de ranking staat de Verenigde Staten.