Aan het begin van de 21ste eeuw neemt het aantal toeristen in Amsterdam toe. De stad raakt in de greep van vastgoedhandelaren en beleggers. Inwoners voeren strijd, maar het lijkt wel alsof er een coup heeft plaatsgevonden.

      door Friso Wiersum

Floor Milikowski eindigt Van wie is de stad? met reportages over een veranderend Amsterdam en een epiloog waarin winkelstraatmanager Nel de Jager terugblikt op haar inzet voor een diverse winkelstraat. In de jaren dat het Amsterdam minder goed af ging, was haar doorzettingsvermogen om vastgoedbeheerders ter verantwoording te roepen een groot goed. Thans wordt zij als een lastige sta-in-de-weg gezien. Het gaat Amsterdam immers goed en geld moet rollen, toch? De Jager verzucht: „Buurten gaan allemaal op elkaar lijken, de bevolking wordt eenzijdiger, steeds meer groepen vallen buiten de boot.” [p285]

Het is een weinig optimistisch slot van een boek dat toch al niet overloopt van een positief beeld op de ontwikkeling van Amsterdam. Althans, voor wie de stad beziet als een plek waar verschillende mensen een thuis vinden om in gezamenlijkheid vorm te geven aan hun eigen leefomgeving.

   Dynamiek van het vastgoed

Wie de stad beschouwt als een zich uitvouwend landschap tot winstmaximalisatie zal dit boek waarschijnlijk toch niet lezen. Die zal het hooguit als een serie lokale illustraties beschouwen bij het onderzoek van Saskia Sassen voor haar boek Expulsions uit 2015, waarin ze overtuigend aantoont dat de ‘dynamiek van geld en vastgoed bepalend is’. [p21] Al betwijfel ik of de dynamische investeerders haar kritiek wel gelezen zullen hebben.

Een paar illustraties: ‘In de jaren ’80 bestond 90 procent van de Amsterdamse woningvoorraad uit sociale huurwoningen, in 2016 was dat nog maar 57 procent. Het aandeel koopwoningen als deel van de totale voorraad steeg juist van 7 naar 31 procent.’ [p25] ‘Tussen 1995 en 2017 steeg het totale aantal arbeidsplaatsen in Amsterdam van 331.000 naar 524.000, zo blijkt uit cijfers van de dienst Onderzoek, Informatie en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Van deze banen vallen er 215.000 onder de financiële en zakelijke dienstverlening, een verdubbeling ten opzichte van twintig jaar geleden.’ [p41] ‘In 2016 streken er 6.8 miljoen toeristen neer in Amsterdam. Bijna twee keer zoveel als aan het einde van de vorige eeuw.’ [p89].

Het zijn cijfers die ons ondertussen bekend voor komen. Amsterdam komt om in succesverhalen, en al net zo hard in het geklaag erover. Hét woord van de zomer van 2018 is ‘overtoerisme’. Velen klagen over de te grote drukte in het centrum van de stad, om in één moeite door te gaan met de verzuchting dat huizen zo duur zijn geworden. Dat proces van verdringing op de woningmarkt leidde al tot de ontwikkeling van Noord [geportretteerd in hoofdstuk 6: De oversteek van de nieuwe Noorderling] en welke zal leiden tot de ontwikkeling van Amsterdam West, over de A10 heen.

Door het boek heen wordt Milikowski nergens expliciet over de wijze waarop zij de stad zich graag ziet ontwikkelen, al ligt haar sympathie bij hen die de stad ‘gedeeld’ willen houden. Mensen die economisch succes met behoud van diversiteit en sociaal welzijn willen combineren.

   De ideale stad

De tragiek van dit boek – bewerkingen van een serie reportages die tussen 2010 en 2017 in de Groene Amsterdammer zijn verschenen – is dat er zoveel mensen aan het woord komen die het goed hebben bedoeld, maar desondanks met lede ogen hebben moeten aanzien dat zij, ongewild, hebben bijgedragen aan de processen van economisering en de erop volgende uitsluiting van groepen mensen die economisch onrendabel zijn.

Van wie is de stad? verscheen begin dit jaar, ruim voorafgaande de gemeenteraadsverkiezingen. De media-aandacht ervoor zal bij sommige kiezers hebben bijgedragen aan een breder begrip voor de samenhang tussen verschijnselen als toerisme, gentrificatie en lokhipsters, misschien ook wel bij enkele lokale politici. Maar de veranderingen die de schrijfster in de stad signaleert, vragen om meer, veel meer, dan dit leesbare boek. Dat vraagt om een overheid die durft na te denken over de lange termijn, maar nog veel harder om inwoners die zich samen inzetten voor wat zij als hun ideale stad zien.

Als Maarten Hajer [tegenwoordig hoogleraar Urban Studies in Utrecht, toen hoofdcurator van de Internationale Architectuur Biënnale in Rotterdam] de overheid oproept om weer te durven nadenken over die lange termijn, dan lees je dus eigenlijk dat die visie lang ontbroken heeft. [p247] Gelukkig hebben een boel stedelingen die visie wel, en hopelijk weten zij elkaar de komende tijd te vinden.

Of, zoals Sassen in een artikel voor The Guardian schreef: ‘De stad is dé plek waar mensen zonder macht een eigen cultuur en geschiedenis kunnen maken.’ [p222] De ondertitel van Milikowski’s boek, De strijd om Amsterdam, wordt dan misschien wél bewaarheid. Want wie dit boek achter elkaar leest, kan niet aan de conclusie ontkomen dat er geen strijd plaatsvindt, maar dat er een coup heeft plaatsgevonden.

   Biodiversiteit

Een coup met onverwachte verhaalwendingen. Want het succes van Amsterdam mag dan globaliserende en zeer lokale problemen met zich meebrengen, het zorgt ook voor een stortvloed aan boeken over de stad. Deze eeuw is nog maar net begonnen en er blijken zich allerlei fenomenen in de stad voor te doen waar we weinig vanaf wisten.

Dat de stad een grotere biodiversiteit kent dan veel van het omliggende platteland [waar eenzijdige productielandschappen het behoud van diversiteit en welzijn vernietigd hebben] is ondertussen wel bekend. Hoe die diversiteit in de stad tot stand is gekomen, is minder bekend. En welke ecosystemen er zijn ontstaan al helemaal.

Gelukkig zijn er biologen als Menno Schilthuizen die daar met een aanstekelijk enthousiasme over schrijven. Hij begint zijn boek Darwin in de stad met de nieuw ontstane muggensoort in de Londense metro [een voorbeeld dat Jelle Reumer ook al aanhaalde in een van zijn boeken over evolutie in de stad], maar vanaf hoofdstuk 6 [If I can make it there] komen we op een nieuw terrein terecht.

Schilthuizen heeft dan al uitgelegd dat de biodiversiteit in steden door vier verschillende oorzaken tot stand is gekomen: ‘Het gevarieerde mozaïeklandschap, exotische soorten, reeds aanwezige biodiversiteitshotspots en een veilig heenkomen voor bejaagde soorten.’ [p76]. Het klinkt als een ouderwetse definitie van de stad voor mensen. Misschien dat de menselijke stedeling wel meer kan leren van zijn dierlijke evenknie en diens organisatievormen?

 

titel  Van wie is de stad? De strijd om Amsterdam
auteur  Floor Milikowski
uitgever  Atlas Contact
uitgave  Paperback, 288 pagina’s
isbn  9789045022185,
prijs  € 19,99

 

titel  Darwin in de stad. Evolutie in de urban jungle
auteur  Menno Schilthuizen
uitgever  Atlas Contact
uitgave  Paperback, 352 pagina’s
isbn  9789045036267
prijs  € 24,99

 

Lees ook: Het failliet van de Javastraat en De Javastraat, biografie van een volksstraat.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties