‘Daar staat hij dan, stoffig en met spinnenwebben op zijn rode wangen, in de schaduw aan het Stationsplein in Schoonhoven. Een straffe wind doet de bladeren ruisend neervallen rondom de boventallige brievenbus die op de lijst staat om roemloos te worden afgevoerd.’
Is deze zin een oefening creatief schrijven van een student aan de Schrijversvakschool die de fijne kneepjes van de roman onder de knie probeert te krijgen? Bijna, het betreft de openingszin van een nieuwsartikel in de Volkskrant over PostNL die duizenden, in hun ogen overbodige, brievenbussen gaat verwijderen. Een bezuinigingsmaatregel.
Bij de creatieve openingszin wil ik nog de kanttekening plaatsen dat goochelen met andere tekstgenres in een column, in tegenstelling tot het nieuwsartikel, wel degelijk goed mogelijk is. Het is alleen de kunst om die genres zodanig te gebruiken dat het beoogde effect wordt bereikt.
Hoe het afloopt met deze brievenbusroman in het ochtendblad? Er volgt een droge zakelijke beschrijving van de teloorgang van de brievenbus maar verder geen literaire hoogstandjes of dramatische ontwikkelingen meer in Schoonhoven. Als ware het geschreven door de tekstrobot van een persbureau wat onbedoeld een merkwaardige stijlbreuk oplevert. Is de eindredactie soms nog op vakantie? Dan besef je dat kranten het hele jaar vol staan met dit soort quasi literaire opzetjes in artikelen, die al even plotseling afgebroken worden voor zakelijke beschrijvingen.
Na een paar regels vraag je jezelf wel eens af of je een krant hebt opengeslagen of een detective. Vooral wanneer het een reportage betreft ga je spontaan aan een spannende film denken waarvan de titel je ontschoten is. Het gevaar van dramatiseren van nieuws is dat de waarheidsvinding, waar het in feite om draait, veelal het onderspit delft. Je zou het een beschaafd opstapje kunnen noemen naar nepnieuws.
Wat me als krantenlezer trouwens opvalt, en wat hiermee samenhangt, is dat veel journalisten bij de grote dagbladen een boek (veelal fictie) op hun naam hebben staan. Staat zo heerlijk op je cv, niet waar, en zonder boek tel je blijkbaar niet mee en kan je als beginnend journalist een carrière bij een krant vergeten. BN’ers, waaronder dus veel journalisten, en gemankeerde politici hebben zo’n beetje allemaal een boek geschreven (of laten schrijven) en verschijnen vervolgens op tv om er over te praten.
Of dat het zoveelste inwisselbare boek oplevert maakt niet uit – een boek op je cv, daar draait het om. En een boek flans je heden ten dage in elkaar voor een appel en een ei zodat je zonder gêne jezelf auteur kunt noemen. Het is een fenomeen breder dan de journalistiek.
Bij nader inzien kan je evengoed cynisch denken: wat maakt het uit in deze tijd van ontlezing waarin marketing de enige overgebleven kunstvorm is. Op deze manier wordt er naast de smartphone tenminste nog iets gelezen. Je kan het zelfs een vorm van kunst noemen als je dit soort (ego)lectuur verkoopt, nadat je de mensen eerst hebt laten denken dat ze iets missen als ze dit niet aanschaffen.
Maar toch… mensen blijven zich onderscheiden. Er zou wel eens een tijd kunnen aanbreken dat het beter voor je carrière zal zijn GEEN boek te schrijven, NIET in een bandje te spelen, GEEN plannen te hebben voor een nieuwe interessante speelfilm (op Facebook) waar je zelf de hoofdrol in speelt en NEVER op tv te zijn geweest voor wat voor gefröbel dan ook.
Ron Kretzschmar
Leuk en goed stuk.