‘Ik zal snel plaatsnemen in de paarse slede’
Vladimir Monomach
ik wandel op een modderig glibberig pad
silhouetten van heuvels reizen langs het oog
mijn grote broer verschijnt met een paarse slede
in het holst van een vochtige koude nacht
recht kijk ik vooruit, het verbaast mij niet dat
zijn slanke jongensvingers behoedzaam mijn
tenger verkleumde hand vastpakken
als in mijn kindertijd, toen ik je weer zag, met je
bruine verwarde haar om je bezorgde gissende ogen
je woorden, je kunt altijd bij mij komen, kwamen
binnen als bereikbare toekomstdromen
wederom ben je hier, mijn reddende engel
hoorde je mij misschien geluidloos roepen
voelde je mijn stil verdriet, mijn pijn
ik blijf niet staan als het pad zich in tweeën splitst
weloverwogen laat ik je los, nader het dichte bos
grote broer, dank dat je er nogmaals was
dat je mij laat gaan, het is nog niet zover