Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben Staatsbosbeheer dinsdag opdracht gegeven om vanaf eind oktober zeker duizend edelherten in de Oostvaardersplassen af te schieten.
Op advies van Provinciale Staten heeft Gedeputeerde Staten (GS) van Flevoland Staatsbosbeheer opdracht gegeven het aantal grote grazers in de Oostvaardersplassen terug te brengen naar 1.100 dieren. De Raad voor Dierenaangelegenheden adviseert om de konikpaarden af te vangen en te herplaatsen in andere gebieden in het buitenland. Bij de edelherten zou herplaatsing te veel stress opleveren.
De Raad voor Dierenaangelegenheden adviseert dan ook om de populatie edelherten door afschot te verkleinen tot 490. Hoeveel edelherten er precies afgeschoten moeten worden is nog niet bekend, maar vermoedelijk gaat het om ruim 1.000 dieren. De heckrunderen blijven op het huidige aantal. Uit een eerste verkenning door de Wageningen Universiteit blijkt dat alle paarden komend voorjaar een nieuw onderkomen kunnen krijgen, onder andere in Bulgarije, Spanje en Rusland.
Oostvaardersplassen, 5.600 hectare groot gelegen tussen Almere en Lelystad, is in 1968 op natuurlijke wijze ontstaan. De eerste menselijke ingreep vond plaats in 1983 toen grote grazers in het gebied werden geïntroduceerd. De 32 heckrunderen, 18 konikpaarden en 40 edelherten die destijds werden geplaatst, hebben zich inmiddels voortgeplant. Najaar 2017 zijn er vanuit de lucht zo’n 5.230 dieren geteld. De populatie was in vergelijking met het jaar daarvoor met 16 procent gegroeid.
Afgelopen winter was er veel te doen omtrent het welzijn van de grote grazers in het natuurgebied. Dierenliefhebbers vonden het schandelijk dat de dieren honger leden en niet of nauwelijks werden bijgevoerd. Het beleid van Staatsbosbeheer is dat dieren die ernstig verzwakt zijn en de winter naar verwachting niet overleven, worden afgeschoten. Ruim 3200 dieren stierven, bijna 90 procent van de populatie werd afgeschoten. Dat leidde tot grimmige acties van activisten.