Oftewel, wanhopig op de Europese arbeidsmarkt

‘Zouden de founding fathers van de Europese Unie geweten hebben dat hun mooie idee zou ontaarden in een heuse broederstrijd op de bodem van de eengemaakte arbeidsmarkt?’

      door Ron Kretzschmar

Deze woorden schrijft Herman Loos in zijn boek Menselijke grondstof. Wanneer de founding fathers in het hiernamaals zijn boek zouden kunnen lezen, zullen ze zich omdraaien in hun statige Europese graven. Hun aanvankelijk mooie idee blijkt doorgeslagen naar een door en door verziekt economisch systeem dat miljoenen sloebers met laag betaalde baantjes zonder pardon uitknijpt. Want ‘markt en zo’, dan weet je het wel…

Zoals bekend krimpt de middenklasse meer en meer waardoor de onderkant in volume kan toenemen. Afhankelijk van het perspectief dat je inneemt, zou je kunnen stellen dat er toekomst zit in uitknijpen van laag betaalden. ‘De recepten van de hedendaagse kapitalisten zijn duidelijk: gezonde bedrijven teren op ongezonde arbeidsvoorwaarden aan de onderkant van de arbeidsmarkt’, schrijft Loos. Om aan het aan het eind van het boek tot de conclusie te komen dat ‘flexibilisering een vorm van uitbuiting is’.

   Economische natuurwet

Wanneer de founding fathers ook konden lezen hoe overheden deelnemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt misleiden, met het doel ze beter te kunnen kneden tot ideale werknemer, zouden ze zich blijven omdraaien in hun graf. Want ‘ideale’ moet je zien als voortdurend toenemende werkdruk en dalend loon als communicerende vaten. En ‘kneden’ kun je alleen maar zien als ‘dreigen’, schrijft Loos met het nodige cynisme. ‘De werknemers van Madagaskar gaan ook binnen de kortste keren te horen krijgen dat het bedrijf wordt verhuisd naar Senegal of zo. Want daar willen de mensen nog wel werken’. Dit als voorbeeld hoe bedrijven het loon telkens naar beneden bijstellen om zogenaamd concurrerend te kunnen blijven.

Neem dit voorbeeld van misleiding dat je geregeld in de media tegenkomt. Steeds meer vacatures kunnen niet worden ingevuld omdat er geen kandidaten voor zijn. ‘Zie je wel dat het uitschot is dat werkschuwe tuig. Activeren die handel!’, schrijft Loos quasi verontwaardigt. Om zich vervolgens het gehele boek door boos te maken op de Belgische politicus/econoom Johan Van Overtveldt en zijn neoliberale drogreden: ‘Niemand kan iets veranderen aan de economische natuurwet dat ondernemingen onmogelijk loonkosten kunnen dragen waar onvoldoende productiviteit tegenover staat’.

Dit is wat ons wordt wijs gemaakt. Niet alleen in België of Frankrijk, maar ook in Nederland. Hoe dat kan? Zodra het woord ‘markt’ valt in onze oorden, verstomd elke vorm van kritiek. De markt kan je zien als variant op het Vaticaanse Concilie, dat als een nieuwe heilige is opgestaan. Dat betekent dikke pech voor miljoenen Europeanen die dagelijks het hoofd boven water moeten zien te houden. Die kunnen niet eens protesteren, want te druk met overleven.

Dat inzicht van misleiding begon bij Loos te komen toen hij bij elke school in Frankrijk waar hij met twee master diploma’s op zak solliciteerde, onveranderd nul op rekest kreeg. Eigenlijk begon het hem na zijn studie in België al te dagen, waardoor hij in 2011 met zijn vrouw van Leuven naar Zuid-Frankrijk verhuisde.

Aangekomen in la douce France kwamen ze van een koude kermis thuis. Loos vond hooguit baantjes als thuisleraar voor eindexamenkandidaten voor een paar uurtjes per week. Voor zijn vrouw Lin, gediplomeerd orthopedagoge, geldt zo’n beetje hetzelfde. Zoals bekend kan van een paar uur werken per week de schoorsteen niet roken, laat staan dat de rest van het huis dat aan die schoorsteen vastzit kan worden bekostigd.

   Onderaannemers

Dus Loos pakte wat hij pakken kon en begon te beseffen dat hij opgesloten was geraakt in de baantjescarrousel. Zit je er eenmaal in, dan is er voor de meesten geen weg terug. Baantjes voor een maand, week, dag of zelfs halve dag. In veel gevallen krijg je pas aan het eind van de dag te horen of je de volgende dag terug kan komen. Je hebt geen keuze. Loos ging aan de slag als ramasseur (ophalen van ganzen en kippen), ganzenpluimer (zeg maar ‘ganzensloper’) podiumbouwer, elektriciën, druivenplukker, magazijnier, schilder-plamuurder, rekkenvuller, dozenplooier, installateur van elektronische etiketten en medewerker van een callcenter.

Werkzaam bij het callcenter besefte Loos dat het om gewiekste constructies gaat om geld te verdienen ten koste van de klant in plaats van een helpdesk vóór de klant. Loos beschrijft dat callcenters die hij meemaakte ingewikkeld georganiseerd zijn om het ‘product’ zo goedkoop mogelijk te houden. Wat dat product is? Uiteraard is dat de klant, die nauwelijks geholpen wordt en overbodige (veelal dubbele) abonnementen door de strot geduwd krijgt door tijdelijke werkkrachten, op hun beurt uitgeperst door een onderaannemer.

Onderaannemer, zodra je de wereld betreedt van de ‘wegwerpwerknemers’, constateert Loos, krijg je er hoe dan ook mee te maken. ‘Onderaannemen’ betekent meestal dat uitzuigen van personeel wordt uitbesteed. ‘Er zijn bedrijven waar duizenden mensen werken en enkel het management een vaste job heeft’. Uitbuiten van personeel wordt exclusief verzorgd door de onderaannemer, die de verantwoordelijkheden afwentelt op een weer andere gecontracteerde onderaannemer.

Dit kan extreme vormen aannemen, zoals het Belgische bedrijf Carestel wegrestaurants dat zijn personeelszaken uitbesteedde aan het Duitse Kronos Sanitärservice. De onderaannemer ging enthousiast aan de slag met illegale arbeiders, immers goedkoper dan legale sloebers, en ook geheel in overeenstemming met de economische natuurwet van Van Overtveldt. Alleen leidde het wel tot een rechterlijke veroordeling wegens mensenhandel.

 

titel  Menselijke grondstof – Over leven op de bodem van de Europese arbeidsmarkt
auteur  Herman Loos
uitgever  EPO, 2018
uitgave  Paperback, 192 p.
prijs  19,90 euro
isbn  9789462671447

 

 

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties