Ontsnappen uit de verstikkende beschaving en terug keren naar de natuur is al eeuwen een geliefd thema van schrijvers en utopisten. Regisseur Debra Granik heeft zeker geen utopische film gemaakt. Het groen van het woud is hier grimmig, de idylle ver weg. Granik filmt rauw en minimalistisch over marginalen in de Amerikaanse samenleving. Films over de uitgestotenen in dat land zijn uiterst zeldzaam.
De film speelt zich grotendeels af in Forest Park, een groot natuurreservaat in Portland, Oregon. Een wildernis kan je het nationaal park nauwelijks meer noemen. De eerste twintig minuten voelen aan als het begin van een film over het einde van de wereld. Vader Will (Ben Foster) en zijn 13-jarige dochter Tom (Thomasin Harcour McKenzie) schrappen voedsel bij elkaar en zoeken beschutting onder een tentdoek. Dat er wel degelijk beschaving is, bewijzen de parkwachten die hen oppakken.
Vader en dochter worden naar de beschaafde wereld teruggebracht, krijgen een dak boven hun hoofd en voedsel. Dat is niet naar de zin van Will en beiden weten te ontsnappen. Er wordt in Leave No Trace weinig prijsgegeven over de achtergrond van de hoofdpersonages. De man is oorlogsveteraan, heeft een ernstig trauma opgelopen en haat de burgerlijke samenleving. Dat verklaart waarom hij steeds de benen neemt zodra hij ermee in aanraking komt.
Tom volgt haar vader trouw, maar gaandeweg blijkt dat ze hunkert naar geborgenheid. Het hartverscheurende thema van de film is dat loslaten onvermijdelijk is. Granik voelt zich het meest op haar gemak als ze het verhaal met beelden kan vertellen. Meesterlijk hoe ze de bijna stille relatie tussen vader en dochter in beeld brengt. De breekbare Tom, schitterend gespeeld door de Nieuw-Zeelandse McKenzie, heeft haar zintuigen op vol alert staan. Dat heeft ze intuïtief van haar vader geleerd.
Ben Foster heeft zich intussen gespecialiseerd in stille introverte rollen. Hier gaat hij wat betreft ingetogen acteren tot het uiterste. Zijn weerbarstige personage is nét menselijk genoeg om geloofwaardig te over te komen. Granik heeft een subtiele film zonder splijtende dramatische scènes gemaakt, rustiger en evenwichtiger dan haar vorige uitstekende speelfilm Winter Bone (2010).
Leave No Trace eindigt in een soort commune van hippies aan de rand van een bos, een plek waar dochter Tom zich onverwacht welkom voelt. Zou het verblijf in een dergelijke gemeenschap het antwoord zijn op de aloude vraag hoe te ontsnappen aan de beschaving?
Ulrik van Tongeren