De VS wil de overhand op mondiaal niveau consolideren en de illusie van een unipolaire wereld overeind houden wat een wereldwijde militaire dominantie vereist. De EU volgt deze gevaarlijke illusie.
door Martin Broek
‘Ik ben ervan overtuigd dat president Xi en ik in de toekomst, samen met president Poetin van Rusland, zullen spreken over een redelijk einde van een grote en oncontroleerbare wapenwedloop. De Verenigde Staten hebben dit jaar 716 miljard dollar uitgegeven. Gekte!’, twitterde de Amerikaanse president Donald Trump op 3 december 2018.
Misschien verdedigde de opportunistische vastgoedmiljonair hier zijn eigen financiële en electorale belangen die niet altijd overlappen met die van het Amerikaanse leger. De tweet werd verzonden in het heetst van de strijd die begin december woedde over het vergroten van de Amerikaanse defensiebudgetten.
De president kreeg vervolgens een hele stoet vertegenwoordigers van het Pentagon en het Congres op bezoek om hem een besparing van 33 miljard dollar op de uitgaven op Defensie uit het hoofd te praten. Prominent in deze missie was minister van Defensie Jim Mattis. Deze havik ruimde afgelopen week het veld na een serie conflicten met Trump waarbij in de analyses achteraf juist dit financiële meningsverschil nauwelijks genoemd werd.
Gekte
De hoogte van de Amerikaanse militaire uitgaven en de solidariteit van de NAVO-begroting wordt vaak gebruikt als argument om ook de Europese defensie-uitgaven te verhogen. Onlangs zijn de Europese defensiebudgetten inderdaad begonnen te groeien. Europa zou zich ook kunnen richten tegen de gekte van steeds hogere budgetten die ook de uitgaven elders in de wereld opdrijft.
De Nederlandse militaire uitgaven zijn een voorbeeld van deze Europese tendens (zie grafiek 2). Cijfers over de afgelopen drie decennia weerspiegelen politieke ontwikkelingen:
– hoog tijdens de Koude Oorlog, gevolgd door afname na 1989;
– groei veroorzaakt door de oorlog tegen het terrorisme;
– afname na de economische crisis;
– weer groei door de magische NAVO-norm van 2 procent van het BBP (gerationaliseerd door de zogenaamde Russische dreiging).
De defensie-uitgaven zijn in absolute cijfers echter genormaliseerd naar niveaus van na de Koude Oorlog toen de uitgaven werden aangepast aan de krachtsverhoudingen sinds de implosie van de Sovjet militair-industriële capaciteit. Tot op heden is Rusland nog steeds slechts een schaduw van wat de USSR militair ooit was.
Naast de bekende 2% BBP-norm voor defensie-uitgaven van de NAVO-leden is ook een andere norm afgesproken, namelijk dat 20 procent van de uitgaven geïnvesteerd moet worden in militair materieel. Dat is een besluit die uiteraard warm onthaald is door wapenfabrikanten. De nadruk op wapenaankoop binnen het budget onderstreept de verschuiving van salarissen voor de troepen naar uitgaven voor hightech-wapens.
C4ISR
Om deze verschuiving snel te begrijpen, is het de moeite waard om even te kauwen op de vaak gebruikte afkorting C4ISR (Command, Control, Communications, Computers, Intelligence, Surveillance and Reconnaissance). Informatie is de sleutel tot moderne oorlogsvoering. Informatie moet worden verzameld, gecommuniceerd met commandanten en worden verzonden naar wapensystemen in lucht en ruimte, op land en ter zee. Het moet de greep op het slagveld vergroten en bommen, raketten, satellieten en drones richting geven. Juist deze moderne technologieën brengen enorme kosten met zich mee. Begrotingen verschuiven dan ook van troepen naar technologie, ten gunste van de wapenindustrie.
Voor Nederland gaan de grotere delen van het defensiebudget naar de aanschaf van Lockheed Martin F-35 straaljagers. Afgelopen week kondigde het Ministerie van Defensie aan dat er nog 15 meer van zullen worden besteld. Is dit gerechtvaardigd door een dreiging vanuit Rusland? Het is de moeite waard om een onderzoeksrapport van Rand over de militaire machtsverhoudingen in de Baltische staten te lezen. Volgens dit rapport heeft de NAVO een overwicht op Rusland van 364 : 0 op jachtvliegtuigen van de vijfde generatie, zoals de F-35 (bij de oudere vierde generatie is het ook vier maal zoveel, 5.094 : 1.251).
Het afschilderen van Rusland als een grote dreigingsfactor is niet conform de werkelijkheid. In een conflict tussen de kleine Baltische NAVO-leden en Rusland heeft Moskou een veel betere geostrategische startpositie en beschikt over een sterke interne transportinfrastructuur. Het zou waarschijnlijk ook de overhand hebben tijdens de eerste stadia van een conflict tegen de Baltische staten. Maar Rusland is zwakker en ook kwetsbaar in het Oosten, waar het dicht bij de grote Amerikaanse militaire bases in Korea en Japan ligt. Het binnenvallen van de Baltische staten zou een duidelijke zelfmoordmissie zijn voor de Russen. Moskou is niet zo dwaas.
De Amerikaanse secretaris van Defensie, Mattis, stelde onlangs dat de Amerikaanse krachtpositie moet worden hersteld. Maar Amerika’s sterkte wordt alleen in het Pentagon zélf betwijfeld. Internationale betrekkingenspecialist Chris Ogden merkte bijvoorbeeld op dat Washington over een ongeëvenaarde mogelijkheid beschikt om elders troepen in te zetten. Het Pentagon en zijn vrienden onderschatten het Amerikaanse leger bewust om nog meer geld beschikbaar te krijgen. De National Defense Strategy Commission heeft in november een begroting voorgesteld van maximaal een biljoen dollar (en dat is geen vertaalfout, maar 1.000 miljard) in de komende vijf jaar.
Amerikaanse uitwedstrijden
Het echte argument voor de hoge begrotingen van de VS en zijn bondgenoten wordt benadrukt door Bloomberg Opinion columnist Hal Brands: ‘Het is misleidend om eenvoudigweg de Amerikaanse en Russische militaire begrotingen – of de Amerikaanse en Chinese militaire begrotingen – één op één te vergelijken, omdat de VS wereldwijd opereert op een manier zoals geen van onze tegenstanders dat doet.‘
‘Voeg daar nog aan toe’, zo vervolgt Brands, ‘dat we alleen uitwedstrijden spelen – we opereren in de buurt van de territoria van onze concurrenten, aan het einde van onze zeer lange bevoorradingslijnen, wat hen een groot geografisch voordeel oplevert – en we hebben gewoon veel meer militaire macht nodig om onze allianties geloofwaardig en onze invloed voelbaar maken.’ De toenemende kosten van hightech-bewapening die het leger gebruikt om deze macht uit te oefenen, creëert nog meer vraag naar nog hogere budgetten.
Prominent veiligheidsspecialist Michale T Klare citeert de Nationale Veiligheids Strategie in december 2017 waarin wordt gesteld dat de VS tot in de verre toekomst een militair en technologisch overwicht ten opzichte van Rusland, China en alle andere potentiële uitdagers moet hebben, een zogenaamde overmatch. Binnen deze visie zit de VS alleen aan de top van de globale hiërarchie; er kan geen partnerschap tussen de grootmachten zijn.
Kortom, de VS wil de overhand op mondiaal niveau consolideren en de illusie van een unipolaire wereld overeind houden. Dit vereist een wereldwijde militaire dominantie van de VS, inclusief offensieve mogelijkheden. Europa volgt deze gevaarlijke illusie. Het is geen gekte, er is een logica voor. Deze militaire begrotingen moeten de economische belangen van de elite, 1 procent van de wereldbevolking, ten koste van alles behartigen.