Van 10 t/m 30 januari worden twaalf speelfilms en twee documentaires van de 61-jarige Taiwanese grootmeester Tsai Ming-liang op het grote doek vertoond in het Amsterdamse filmmuseum Eye. Voorts is zijn virtual reality installatie The Deserted te zien.

Rebels of the Neon God

De meeste films van Tsai Ming-liang gaan over eenzame dolende zielen die in de grote stad proberen te overleven. Zijn personages hunkeren naar intimiteit en warmte die helaas zelden gevonden wordt.

Met zijn debuutfilm Rebels of the Neon God (1992) zet de regisseur meteen de toon. Spelend in Taipei in Taiwan leiden drie jonge mannen en een vrouw een nogal apathisch bestaan. Ze zijn vaak in gokhallen te vinden.

Twee van deze jongens vormen een crimineel koppel die telefooncellen en gokautomaten kraken. De derde jongeman volgt hun activiteiten op de voet. Als gesjeesde student heeft hij daar alle tijd voor. Bovendien heeft hij een oogje op de vrouw waar een van de dieven een relatie mee heeft en is een gefrustreerde voyeur. Hij sloopt de scooter van zijn rivaal, wat tamelijk hilarische scènes oplevert omdat hij het slachtoffer naderhand zijn hulp aanbiedt. Rebels of the Neon God bevat veel zwarte humor en woeste energie.

Vive l’amour

Vive l’amour (1994) betekende de internationale doorbraak van Tsai. Spelend in Taipei handelt de film over een straatverkoper van imitatie merkkleding, een vrouwelijke makelaar en een timide verkoper van urnen.

In een leegstaand luxe appartementsgebouw raken de levens van de eenzame mensen verweven. De timide verkoper is de voyeur. Hij verstopt zich onder het bed waar de twee geliefden seksueel verkeer hebben en trekt zichzelf af. Ook hier is ondanks de vervreemdende sfeer de zwarte humor onweerstaanbaar.

The River

Lee Kang-sheng acteert in de meeste films van Tsai, hij is de muze van de regisseur. In de eerste twee films speelt hij een passieve rol, min of meer de gefrustreerde voyeur.

In The River (1997) duikt Lee weer op. Hij is passief omdat hij van een val vanaf zijn scooter ondraaglijke pijn in zijn schouder overhoudt. Dit is een serieuzere en meer filosofische film dan de twee voorgangers, maar ontbeert de wilde energie.

Tsai Ming-liang is een regisseur die zijn films graag verrassend afsluit. De shockerende scène aan het eind van The River zagen we niet aankomen. Een opvallend aspect in zijn werk is de wijze waarop hij met ruimte omgaat. Hij gebruikt muren, deuren, hallen en trappenhuizen tamelijk claustrofobisch en vervreemdend. Het appartementsgebouw in Vive l’amour is een labyrintisch doolhof zonder weerga.

The Deserted

Dat Tsai genoeg heeft aan een enkele kamer die tot een beklemmende ervaring leidt, bewijst hij met zijn eerste virtual reality productie The Deserted.

Ergens in de bergen staat een huisje waar een man in eenzaamheid herstelt van zijn ziekte. In de vervallen ruimte zit de man, gepeeld door Lee Kang-sheng, gevangen tussen realiteit en waanvoorstellingen.

Zijn overleden moeder en een vrouw in een bruidsjurk komen voorbij. De man lijkt zich voornamelijk te ontspannen in een groot bad waar een vis in zwemt. De afgelopen jaren werden de films van Tsai Ming-liang steeds meer minimalistisch. The Deserted is een voorlopig hoogtepunt in deze richting. De 60 minuten durende productie is geen gemakkelijke kijkervaring, wel een ongewone en interessante.

Ulrik van Tongeren

Het retrospectief van Tsai Ming-liang is t/m 30 januari te zien in Eye. Vive l’amour is tevens in een aantal filmtheaters te zien. Rebels of the Neon God bekijk je in de volgende steden. The River hier.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties