dacht je was geslacht, het was avond
bijna nacht toen ik de roestige hendel open
schoof van de donkere, sterk naar mest
ruikende oude schuur, op de tast vond ik de
kapotte lichtschakelaar voelde mij zenuwachtig
omdat één van de stieren die ik niet zag, hard snoof

eenmaal in het schemerlicht telde ik drie stieren
de grootste en zwaarste lag er niet meer tussen
ik sprak zacht tegen de dieren, die mij wantrouwend
en nauwlettend in de gaten hielden
zei wat geruststellende woorden om de stieren
te kalmeren, wilde niet anders dan ze wat sussen

hij is geslacht berichtte ik mijn broer, die een paar
dagen terug nog een foto van het imposante dier
had gemaakt, teleurgesteld liep ik terug in de kou
over het bevroren pad, natuurlijk moest er voor de
boer geld op tafel komen, niemand kan leven van lucht
alleen, toch had zijn vermeende dood mij geraakt

na een dag of drie weer op stal wandelde ik mijn rondje
erf, zag in de verte de dames koeien met hun snoeten in
het sterk zurig ruikende kuil, om zich de maag te vullen
tot mijn verbazing stond daar prompt vooraan de grote
logge stier, helemaal niet ingeslapen, maar gemoedelijk
zichtbaar genietend van het kuil te eten, noem het grazen

verrast door dit rustieke tafereel berichtte ik wederom
mijn broer, de stier leeft, leeft als een god in Frankrijk
tussen zijn harem bont geklede dames

 

 

 

tekst/foto Marina Verte

Door ravage