Mike Leigh is een regisseur en schrijver van pakkende sociaal-realistische drama’s. De serieuze politieke invalshoek heeft altijd in zijn werk gezeten. Met Peterloo is hij van kleinschalig drama naar een groots opgezet politiek epos van bijna drie uur gegaan. De film toont de opkomst van het politiek activisme in Noord-Engeland in de periode 1815-1819. De climax van de film is de slachtpartij door cavaleriesoldaten op een menigte van vreedzame demonstranten op 17 augustus 1819 in Manchester.

Peterloo vangt aan op het slagveld van Waterloo in 1815 waar Napoleon zijn grote nederlaag leed. De jonge soldaat Joseph (David Moorst) is in de war maar heeft de bloederige strijd overleefd. Hij gaat naar huis waar hij zijn ontredderde arbeidersfamilie aantreft die met moeite het hoofd boven water weet te houden. De industriële revolutie is vooral gunstig voor de elite, arbeiders in de katoenweverijen moeten van een hogerloon zien rond te komen. De in zijn rode uniform rond dolende Joseph komt tegen het eind van de film op tragische wijze in beeld.

Er zitten talloze personages in Peterloo. Naast Joseph heb je Henry Hunt (Rory Kinnear in een geweldig rol), een politiek activist uit de gegoede kringen die geweldige toespraken houdt. De film geeft een dwarsdoorsnede van de Engelse klassenmaatschappij weer. Alle klassen komen aan bod, debatten spelen daarbij een belangrijke rol. De lagere klassen hunkeren naar sociale rechtvaardigheid en medezeggenschap. Al dat gepraat maakt de film soms stroperig traag. Na twee uur komt de film pas op stoom met de aanloop naar de verschrikkelijke slachtpartij.

Leigh heeft jaren aan de film gewerkt. Zijn vooronderzoek heeft tot een indrukwekkend gedetailleerde reconstructie van die tijdsperiode geleid. De woede van de regisseur over de onrechtvaardige klassenmaatschappij is de gehele film te ervaren. Parallellen met de huidige tijd zijn makkelijk te trekken, zoals de toenmalige elite die angstig reageert op het sluimerend activisme van de arbeiders en middenklasse. Zie bijvoorbeeld het grove geweld van de Franse overheid tegen de Gele Hesjes stroming.

De heersende klasse is altijd bang voor opstand, ze wil haar privileges en bezittingen niet verliezen. Leigh laat niets heel van de elite. Het zijn zonder uitzondering ziekelijke windbuilen die neerkijken op de lagere klassen en worden karikaturaal neergezet. De familie van Joseph komt er beter vanaf, maar deze arbeiders leren we ook niet kennen. De grote kracht van Leigh is dat hij aansprekende personages weet te creëren, maar dat komt in deze film niet of nauwelijks tot uiting.

Verrassend is wel hoe hij de slachtpartij in Manchester aan het eind van de film heeft vormgegeven. Met weinig bloed in beeld laat hij zien hoe de soldaten met hun sabels door de menigte rammen. Deze scènes zijn een huiveringwekkende optelsom van vallende en bezwijkende lichamen. Onconventioneel in beeld gebracht door Leigh waardoor het geweld des te harder aankomt. Vijftien doden en honderden gewonden zijn het gevolg van de drieste aanval op de vreedzame menigte.

Ulrik van Tongeren

Peterloo (Paradiso Films, 2018), nu in de bioscoop.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties