Belangrijke kracht van het Imagine Film Festival is dat er werk vertoond wordt dat elders niet te zien is. Neem nou de Amerikaanse thriller The Standoff at Sparrow Creek van debuterend regisseur Henry Dunham. Deze claustrofobische film, gesitueerd in het Midwesten van Amerika, scheert niet de hoogste toppen, maar laat zien hoe je met beperkte middelen een spannende thriller kan maken.
Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in een gigantische donkere loods. Het is het hoofdkwartier van zeven leden van een naamloze militie. Ze vernamen net via de radio dat een schutter met een AR-15 machinegeweer het vuur opende op een begrafenis van een politieagent. De militieleden komen er achter dat juist een dergelijk geweer ontbreekt in hun arsenaal. Een van hen moet dus de schutter zijn.
Ondertussen is de politie naarstig op zoek naar de hoofdverdachte onder milities in de omgeving. Ford (Chris Mulkey), de leider van de groep, zet de ex-politieman Gannon (James Badge Dale) in om de andere mannen te ondervragen. Daartoe gebruikt hij onconventionele methodes. Gannon is de enige die weet dat een van de mannen een undercover agent is. Omzichtig probeert hij de man te beschermen. Het motief hiervoor is duister.
Het basisverhaal is betrekkelijk simpel, de ondervragingen daarentegen complex en dubbelzinnig. Dunham heeft ervoor gezorgd dat ze niet eentonig worden. Eenheid van tijd en plaats, in combinatie met de claustrofobische locatie, creëren tergende paranoia. Het is ook fijn om een stel vrij onbekende karakteracteurs aan het werk te zien. Daarvan zijn de uitmuntende Chris Mulkey en James Badge Dale de bekendsten.
The Standoff at Sparrow Creek refereert aan films als Reservoirs Dogs, The Thing van John Carpenten en Free Fire, behoorlijk gewelddadige werken. De verwachte schietpartijen blijven uit in de film van Dunham en dat is best verfrissend. Het vertoonde geweld is ingetogen. Wanneer iemand wordt opgehangen, zien we alleen zijn voeten bungelen. Via de radio vernemen we dat politiebureaus aangevallen worden door milities. De suggestie dat er buiten de loods een soort burgeroorlog is uitgebroken, wordt echter niet verder uitgewerkt.
Imagine eert de klassiekers. De Duitse regisseur Peter Braatz maakte de documentaire Blue Velvet Revisited. Gedurende de opnamen van Blue Velvet in 1985, gemaakt door regisseur David Lynch, mocht de 23-jarige Braatz op de filmset het productieproces volgen van dit meesterwerk. Hij filmde dit op 8mm-film en maakte ruim 1000 foto’s. Het resultaat is een ongewone documentaire waarin niet de gebruikelijke pratende hoofden te zien zijn. Er komen een paar mini-interviews met fotowerk in beeld. Voor de rest is het een associatieve weergave van het tot stand komen van Blue Velvet.
Verrassend om te zien is hoe chronologisch de documentairemaker de filmhandeling volgt. Intrigerend detail zijn de obsessies van de regisseur voor naambordjes die belangrijk zijn op de filmset. Ze staan vermeld op de achterkant van de klapstoeltjes waar de belangrijkste medewerkers op zitten. Braatz voltooide pas in 2016 de documentaire. Het unieke effect van deze docu is dat je anders naar Blue Velvet gaat kijken. Na de vertoning wil je onmiddellijk het meesterwerk zelf zien of terugzien.
Imagine vertoont Blue Velvet dan ook na afloop van de documentaire. Dat resulteert in een niet te missen dubbelprogramma. De toeschouwer kijkt dertig jaar later nog steeds met open mond naar deze subversieve film over het liefelijke Amerikaanse stadje Lumberton waar de onderwereld onbarmhartig regeert. Hoe kon Blue Velvet ooit gemaakt worden door de braaf uitziende, immer netjes geklede veertigjarige David Lynch, die toen op de top van zijn kunnen was?
Ulrik van Tongeren