Onderdrukken of neutraliseren?

De communicatierevolutie geeft de machten die de status quo managen steeds slimmere manieren om hun agenda aanvaardbaar te maken. De nieuwe generatie ngo’s lijkt daarbij een belangrijke speler.

      door Hector Reban

De massademocratie van de 21ste eeuw wordt in toenemende mate beïnvloed door de communicatierevolutie, daar kunnen we niet omheen. De smartphone – het slimme multimediale handcomputertje – blijkt al haast geïntegreerd te zijn in het menselijk lichaam. De burger is altijd online en via communicatie netwerken in principe permanent in direct contact met een wereld aan informatie.

Mede als uitvloeisel van die communicatierevolutie is de oude intermediair tussen burgers en overheid, het maatschappelijk middenveld van zelforganisaties, steeds meer vervangen door een nieuwe interface, namelijk de sociale en massamedia. De afbraak van zelforganisaties en de ‘atomisering’ van de gemeenschap vindt een vruchtbare voedingsbodem in de nieuwe media omdat zij de schijn opwekken dat je even goed kunt behoren tot vervangende, virtuele gemeenschappen.

Met de burger aan de Matrix ontstaan nieuwe, rechtstreekse mogelijkheden voor beïnvloeding vanuit de machtscentra. Politiek gezien betekent de communicatierevolutie dat meningsvorming in real time plaatsvindt in een virtuele perceptieruimte waarin de burger, voornamelijk als informatieconsument, via de media in rechtstreekse verbinding staat met de politieke besluitvormings- en beïnvloedingscentra.

Die verbinding is vrijwel volkomen top-down, omdat sociaalmaatschappelijke bottom-up stromen van informatie en invloed – vanuit de burger via politieke partijen, belangenorganisaties en dergelijke naar het besluitvormingscentrum – sterk aan belang hebben ingeboet. De oude pressiegroepen zijn als het ware vervangen door doelgroepen rond losse lifestyle netwerken en andere direct marketing categorieën.

    Nieuwe generatie ngo’s

Een samenhangende trend is dat het wegkwijnende oude maatschappelijk middenveld voor een belangrijk deel is overgenomen door vaak internationaal opererende organisaties die niet formeel aan staat of bedrijfsleven verbonden zijn, maar daaraan wel hun bestaansrecht (financieel, personeel, logistiek) te danken hebben.

Dergelijke ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) bestaan in allerlei soorten en maten, maar de invloedrijkste overlevers lijken intuïtief, zeker in internationale context, toch vooral die organisaties te zijn, die zich met dank aan private en overheidsfondsen een mondiale positie hebben kunnen verwerven. Dat is, laten we het voorzichtig zeggen, doorgaans niet omdat zij doelen nastreven die het liberaal kapitalistische wereldmarkt model tegenwerken.

Private en overheidsfondsen stromen in grote hoeveelheden naar organisaties die vooral als doel hebben een agenda te promoten die de status quo versterkt. De investeerders en de staat nemen via dit type organisaties dus als het ware de invloed over die vroeger van het burgerinitiatief uitging.

De Bill Gates Foundation (privaat), Het Open Society Institute (privaat), Human Rights Watch (officieel alleen publieke donaties) en National Endowment for Democracy (overheid) zijn daar sprekende voorbeelden van. Zij netwerken, financieren, beïnvloeden en (be)sturen op mondiaal niveau. Maar in wezen vertegenwoordigen zij een hegemoniaal systeem in plaats van burgers.

Het jaarlijkse budget van OSI, NED en HRW

In die zin zijn dergelijke organisaties meer te zien als verlengstukken van de (internationale) politiek, waarbij gesuggereerd wordt dat zij juist als ‘oud’ maatschappelijk middenveld in directe verbinding met de burger staan. Een deel van hen heeft op het communicatieve vlak wel een connectie met die burger, maar in de nieuwe vorm. De relatie is in wezen top-down. Communicatietechnologie en -platformen fungeren als doorgeefluik, waarbij de burger voornamelijk een rol speelt als eindgebruiker.

Er ís wel een stroom informatie opwaarts, maar daarin wordt de consument slechts gebruikt als passieve bron. Datamining, open source intelligence (OSINT), opiniepeilingen en ander marktonderzoek zijn daar voorbeelden van. Vervolgens wordt deze informatie weer gebruikt om de top-down beïnvloeding nog dieper te finetunen.

Ook al ontstaat een zekere democratisering van de toegang tot de virtuele ruimte – men kan volop ‘reaguren’, tweeten, delen of blogs opzetten – de indruk bestaat dat meningsvorming en consensus in de publieke sfeer nog steeds in belangrijke mate beheerst wordt door oude machtsstructuren en de organisaties die daarin bepalend zijn (overheden, bedrijfsleven, ngo’s). In feite meer dan ooit.

     Het propagandamodel

De wereld van Edward Herman en Noam Chomsky was wat dat betreft nog een stuk overzichtelijker, al voldoet hun propagandamodel waarin een vijftal mediafilters worden besproken, nog steeds prima. Belangrijke conclusie van hun onderzoek staat nog steeds. De mediabedrijven die als interface van informatiestromen fungeren, zijn zelf geenszins politiek neutraal en worden feitelijk eveneens door privaat kapitaal (commerciële media) en overheidsfondsen (nationale omroepen) aangestuurd via de wetten van markt en staat.

Een nieuwe trend mag dan wel andere spelers opleveren, maar samenwerking tussen de nieuwe ngo’s en de massamedia wordt precies op die wijze gewaarborgd die het propagandamodel voorspelt. Zij vinden elkaar snel – niet alleen door hun gelijksoortige politiek-economische positie op de markt, maar ook door een sterke ideologische overeenstemming.

Sommige onderzoekers schatten het aandeel van Public Relations van staat, bedrijf, denktank en ngo dat het aanbod in de massamedia bepaalt, op niet minder dan 80 procent. [1] Belangrijk speelterrein van een deel van de nieuwe generatie ngo’s is dan ook perceptie management dat via, en met behulp van de massa- en sociale media, uitgespeeld wordt. De presentatie van ontwikkelingen rond sleutel gebeurtenissen in Oekraïne (de Maidan-revolutie, MH17) en Syrië (gasaanvallen in Ghouta en Douma) zijn daar goede voorbeelden van.

De ‘burgeronderzoekers’ van Bellingcat speelden bijvoorbeeld een cruciale rol in de perceptie van de meeste mensen over wat is gebeurd bij de vliegramp van MH17. [2] Ook duiken zij telkens op wanneer een al dan niet plaatsgevonden gasaanval in Syrië aan de troepen van Assad moet worden verbonden.

Bellingcat krijgt fondsen van de NED, het Open Society Instituut en – in de zaak van de Douma gasaanval – zelfs van PAX Nederland. [3] Voormalige leden uit de inlichtingengemeenschap doen onbezoldigde werkzaamheden voor het onderzoekscollectief. Oprichter Eliot Higgins is verbonden aan de NAVO denktank Atlantic Council en medewerker Christiaan Triebert is onlangs bij de New York Times in vaste dienst getreden.

Zo ontstaat, met name in gevallen van internationale importantie, een informele coöperatie tussen de inlichtingengemeenschap, denktanks, ngo’s en de media. Er worden netwerken gevormd van gelijkgestemde organisaties die de informatieruimte beheersen om de perceptie van de politieke informatieconsument bepalend te beïnvloeden. In de loop van dit artikel zullen een paar belangrijke recente voorbeelden de revue passeren.

     Onderdrukken of neutraliseren?

De eenvoudigste methode die machtscentra gebruiken om de percepties in de informatieruimte te beheersen, is het onderdrukken van ongewenste informatie. Volgens het principe van Hippocrates, ‘Gij zult de kwaal niet verergeren’, beperkt de aanpak zich tot niet behandelen. De commerciële en overheidsmedia voelen conform het propagandamodel feilloos aan hoe zij het ruwe nieuws moeten filteren op wat wel en niet de berichtgeving zou moeten bereiken.

Een andere mogelijkheid is om de perceptieruimte wél te behandelen. Dat wordt vaak noodzakelijk geacht na uitkomst van een schandaal of een gamechanger, die de voorheen bevroren perceptieruimte op zijn kop zet en de gevestigde mening laat wankelen. Men probeert in dat geval de onwelgevallige informatie te neutraliseren door middel van een campagne van schadecontrole. Het eigen verhaal wordt zodanig massief naar voren gebracht dat de onwenselijke informatie effectief in de marge gedrukt wordt, inclusief (of voornamelijk) met behulp van negatieve beeldvorming over achterliggende bronnen.

In principe is het een reactieve methode, maar de impact kan groot zijn. Een belangrijk recent voorbeeld is de ‘nepnieuws’ campagne. Die campagne labelt ongewenste info tot ‘desinformatie’ of ‘complottheorie’, waarbij wordt gesuggereerd dat het zijn oorsprong vindt in de propagandakanalen van een breed geaccepteerde vijand.

Neutralisatie vooraf kan natuurlijk ook. In dat geval wordt de perceptieruimte al behandeld, gevaccineerd als het ware, nog voordat schadelijke informatie zijn intrede doet. Het eigen verhaal wordt massief ingeprent, waarbij voldoende weerstand bij het publiek wordt ingebouwd tegen potentiële inbreuken op de consensus. Ook in dit geval is negatieve beeldvorming van alternatieve bronnen en dissidenten essentieel. Doel is de mediakanalen – en daarmee de ruimte voor meningsvorming – proactief te verzadigen, zodat geen opening over blijft voor ‘ziekmakers’ die de perceptie van een belangrijk deel van de informatieconsumenten zouden kunnen veranderen.

Neutralisatie kan natuurlijk worden uitgeoefend door officiële kanalen, maar een belangrijke techniek in de Public Relations is dat men geloofwaardiger niet-officiële partijen kan laten optreden als zogenaamde objectieve onafhankelijke experts. In het licht van de communicatierevolutie kan als trend worden waargenomen dat met name die nieuwe generatie ngo’s hier een belangrijke rol zijn gaan spelen.

     Casus: Maidan-moorden, Oekraïne 2014

Op 20 februari 2014 vond een slachting plaats rond het Maidan-plein in Kiev waarbij, volgens de officiële lijn, tientallen demonstranten door de speciale Oekraïense oproerpolitie Berkut werden gedood. Het bleek de opmaat tot de vlucht van de zittende president Janoekovitsj en overname van de staat door de westers gesteunde oppositie.

Consensus bedreigende informatie bestond uit de talloze aanwijzingen uit getuigenverklaringen en videobeelden dat een ‘operatie onder valse vlag’ was georganiseerd, bedoeld om chaos en woede te creëren voor het plegen van een coup tegen Janoekovitsj. Scherpschutters uit oppositiekringen zouden politie én protestanten onder vuur hebben genomen en voor het merendeel van de moorden verantwoordelijk zijn geweest.

In de massamedia volgde vanaf het prille begin een totale stop op feiten die tegenstrijdig zouden kunnen zijn met het verhaal dat het nieuwe regime in Oekraïne en hun westerse ondersteuners over de gebeurtenissen vertelden. Tot grote frustratie van academicus Ivan Katchanovski, verbonden aan de Universiteit van Ottawa, die minutieus onderzoek deed naar de zaak. [4] Op 3 juni jl. nog twitterde hij zijn ongenoegen over de rechtsgang in Oekraïne:

De openbare aanklager blijft ontkennen dat er scherpschutters van de Rechtse Sektor [extreem-rechtse militie; HR] aanwezig waren binnenin en op de daken van de hoofdkwartieren en andere door de Maidan-milities gecontroleerde gebouwen, ondanks al het overvloedige bewijs. Dit is flagrant verdonkeremanen van Maidan-scherpschutters in Oekraïne.’

In een artikel op het Amerikaanse dissidente onderzoeksjournalisten platform Consortiumnews liet hij zijn verontwaardiging de vrije loop:

Voor het grootste deel negeren mainstream media in de VS en andere westerse landen procesbewijs, publieke verklaringen uit officiële bronnen en van politici en academische studies, die het standaardverhaal bekritiseren. Dat is inclusief het niet rapporteren van mijn eigen academische studie naar de Maidan-moorden.’

Ook de ngo’s kregen van Katchanovski een veeg uit de pan:

‘ (…) de invloedrijkste ngo’s in Oekraïne zijn traditioneel afhankelijk van gelden van westerse regeringen en westerse private fondsen (…) Zo’n afhankelijkheid betekent politisering van hun activiteiten. Oekraïense ngo’s waren mondig in de oppositie tegen ondemocratische ontwikkelingen onder de Janoekovitsj-regering, maar zij dagen nooit publiekelijk de ondemocratische ontwikkelingen van de Maidan-geleide regering uit.’

Lang leek het erop dat de methode van onderdrukking de leidende tactiek zou zijn. In mei 2018 verscheen dan toch een poging tot vaccinatie. De New York Times publiceerde in een artikel onder de titel Who killed the protesters? een rapport dat volgens hen het ultieme bewijs zou leveren dat de Berkut inderdaad de Maidan protestanten had afgeslacht.

Het rapport (zie hier) was geboren uit een samenwerkingsverband tussen een privaat bureau (SITU, een architectonisch bedrijf en research lab in Brooklyn), een ngo (Center for Human Rights Science uit Pittsburgh) en Oekraïense ‘vrijwilligers’. [5] Financiers waren de bekende namen. [6]

Het NYT-artikel maakte in één moeite door de vaccinatie compleet met negatieve beeldvorming:

Pro-Russische bronnen gingen nog verder, de indruk wekkend dat de 20 februari-moorden een ‘operatie onder valse vlag’ zouden zijn. (…) Tot op de dag van vandaag blijft dit verhaal circuleren binnen de door het Kremlin betaalde media als Sputnik en RT.’

Uit eigen onderzoek naar één van de drie gevallen die SITU beschrijft, kwam de indruk naar voren dat het slachtoffer niet door de Berkut kon zijn neergeschoten

Inmiddels trok wel de VN-rapporteur aan de bel over de gebrekkige rechtsgang met betrekking tot de moordpartijen in post-coup Oekraïne. Dat haalde de massamedia niet.

     Casus: gasaanval Douma, Syrië 2018

Op 7 april 2018 stroomden vanuit Douma, Syrië, verontrustende geluiden naar buiten over een vermeende aanval van het Syrische leger, waarbij vanuit een helikopter cilinders met chloorgas zouden zijn gedropt. Er vielen tientallen doden.

Vaccinatie vond direct plaats door berichtgeving uit de officiële kanalen (regeringen van VS, Frankrijk, GB), die hun goede contacten met de massamedia enerzijds en met de ‘vrijwilligers’ aan de grond in Douma anderzijds ten volle konden benutten. Die vrijwilligers, de zogeheten Witte Helmen, werden in de westerse massamedia voorgesteld als een humanitaire ngo en vanuit die grondslag gefinancierd door de Nederlandse staat, USAID en een hele reeks van andere fondsen.

Zij leverden, ondertussen opererend als eerste hulp troepen, video’s van getroffenen in ziekenhuizen en van dode kinderen en volwassenen in de geraakte gebouwen. Ook brachten zij samen met een Amerikaanse organisatie, de Syrian American Medical Society, een verklaring naar buiten dat er sprake moest zijn geweest van een aanval met chloorgas.

De samenwerking bood een prima gelegenheid voor consensus in perceptie en binnen zes dagen volgden raketaanvallen als vergeldingsactie ‘om de westerse vastberadenheid te laten zien’, aldus de New York Times.

Natuurlijk stond in de nasleep van de snelle respons het propaganda netwerk niet stil. Bellingcat leverde op 29 april een rapport in dat sporen van schadebeperking in zich had vanwege de vele vragen die waren gerezen over de Witte Helmen.

In juni kwam de New York Times alweer met een prachtig 3D model. De krant deed dat in samenwerking met Forensic Architecture, een organisatie verbonden aan de Goldsmiths University of London, die onder andere wordt gefinancierd door Oak Fd., Open Society Institute en de European Research Council, die allen ook bij de financiering van SITU betrokken waren.

In maart 2019 werd uiteindelijk het officiële verhaal ook ondersteund door een rapport van de OPCW, de internationale waakhond voor het gebruik van chemische wapens, die een zogenoemde Fact Finding Mission op pad had gezonden om ter plaatse de zaak te onderzoeken. Belangrijk tegenbewijs werd onderdrukt of verdacht gemaakt.

Dat lukte niet helemaal. De Russen brachten 17 Syrische slachtoffers, die op diverse beelden van de Witte Helmen te zien waren geweest, naar Nederland. Zij verklaarden dat de mannen met de witte helmen het ziekenhuis binnenstormden, onderwijl hard ‘Gasaanval!’ schreeuwend. Vervolgens begonnen zij voor diverse zelf meegebrachte camera’s de al aanwezige slachtoffers (van mortiervuur) medisch te behandelen voor blootstelling.

Grosso modo kon tot dan toe nog effectief de Russen-nepnieuws-kaart worden gespeeld. Een mogelijke gamechanger verscheen in mei 2019 toen een rapport werd gelekt naar een klein collectief dat onderzoek doet naar propaganda rond de strijd in Syrië. Dat rapport kwam vanuit de gelederen van de OPCW zelf, waarschijnlijk van mensen die ook wel begrepen dat binnen de reguliere massamedia weinig interesse zou bestaan voor dit nieuws. [7]

Conclusies van deze zogenoemde engineer assessment, een OPCW deelonderzoek op basis van technische gegevens, waren meedogenloos (zie figuur). De chloorcilinders waren zeer waarschijnlijk handmatig geplaatst in plaats vanuit een helikopter geworpen en de schade aan de gebouwen was consistent met mortiervuur en niet met invallende cilinders.

De OPCW-directie ontkende in eerste instantie dat het gelekte rapport van een interne medewerker afkomstig zou zijn. Later volgde een interview met de directeur en een officiële reactie op papier [7] die dat terug moesten nemen. Evenwel kon niet uitgelegd kon worden waarom het betreffende technisch onderzoek niet was opgenomen in de eindrapportage. [8]

De MSM bleef vooralsnog stil. In het Nederlandstalige bereik bleek alleen de VRT bereid over de zaak te berichten, waarbij dan wel een penetrante geur van schadebeperking kon worden waargenomen.

     De wereldpolitiek op je bord

Het grote voordeel van de communicatierevolutie is uiteraard dat ieder die is geïnteresseerd, op elk gewenst moment, informatie over de wereldpolitiek kan consumeren. Nadelen zijn er ook. Al lijkt de informatievoorziening gedemocratiseerd en heeft de burger alle ruimte zijn mening naar de virtuele ruimte te verplaatsen, lijkt het erop dat met name de top-down informatiestroom van macht maar burger steeds geavanceerder wordt.

In twee casi is geprobeerd globaal te schetsen hoe perceptiemanagement in de virtuele ruimte met de huidige methoden en spelers wordt vormgegeven. De eerste casus toont aan hoe ons het gevaarlijke geopolitieke spel in Oekraïne is verkocht en hoe situaties daarvoor in scène zijn gezet.

Nieuwe informatie in de tweede zaak legt de bijl aan de wortel van een belangrijk internationaal rechterlijk controle instituut, dat kennelijk door westerse machten wordt misbruikt. [9] Manipulatie van de nieuwsvoorziening leidde misschien wel tot de moord op de gebruikte slachtoffers (hun dood was zeker realistisch!) en in ieder geval tot een onterechte raketaanval. Het zijn ongelofelijk belangrijke kwesties die ongestuurd democratisch debat rechtvaardigen.

Vanuit ons westers standpunt gezien zijn de focuspunten van het beïnvloedingssysteem politiek inhoudelijk centristisch te noemen (inclusief centrum-rechts en centrum-links). De agenda vertoont een nadruk op mensenrechten, inclusief de concepten van Responsability to Protect en ‘humanitaire interventie’.

Omdat deze politiek zowel quasi-progressieve als neoconservatieve elementen in zich draagt – een fraaie reflectie van het één-partij-twee-facties stelsel dat we kennen uit de VS – heeft het een vermogen een grote schare volgers te mobiliseren. Zowel in het westen zelf als in de samenlevingen die ‘verwesterd’ moeten worden.

De laatste decennia levert dat de bouwstenen op voor een serie regime change operaties die zijn weerga niet kent. De ‘Pax Americana’ wordt wellicht economisch bedreigd door de Chinezen en hun partners, op het gebied van oorlogspropaganda zijn de westerlingen nog veruit de meerderen van hun uitdagers.

Noten:

  • 1. Volgens literatuuronderzoek van J.A. Fortunato in Making Media Content; The Influence of Constituency Groups on Mass Media schatten wetenschappelijke onderzoekers het aanbod van PR als percentage van het totale nieuwsaanbod in op een getal tussen de 25 en 80 procent;
  • 2. Momenteel lijken zij in strakke coördinatie met zowel het internationale onderzoeksteam JIT als de voltallige mainstream (pro)westerse internationale pers naar een climax te werken, waarbij mensen in staat van beschuldiging worden gesteld op basis van flinterdun en gedeeltelijk zelfs vals bewijs van de Oekraïense geheime dienst. In de Volkskrant viert Huib Modderkolk de samenwerking;
  • 3. Pax Nederland is een fusie tussen het Inter-Kerkelijk Vredesberaad (IKV) en Pax Christi. In de jaren ’80 liep het IKV, met name bij monde van voorzitter Mient-Jan Faber, voorop bij protesten tegen de neutronenbom. In de jaren ’90 verschoot men van kleur. Tijdens de Joegoslavië-crisis was volmondige steun voor de nieuwe leer van humanitaire interventie van Bill Clinton, die in de vorm van een bommentapijt op Servië zijn beslag kreeg;
  • 4. Het rapport van Katchanovski is (met een account) te downloaden op Academia.edu via deze link;
  • 5. Op het SITU onderzoek reageerde Katchanovski met een artikel op Consortiumnews. Mijn eigen tegenbewijs in de casus van slachtoffer Parashchuk, één van de drie casi onderzocht door SITU, werd bevestigd door Katchanovski via een tweet;
  • 6. Financiers van CHRS volgens de eigen website: ‘The Center would like to thank the MacArthur Foundation, Humanity United, Oak Foundation, and Open Society Foundations for generously supporting our work. We are also grateful for past support from the U.S. National Institutes of Health (NIH) and the U.S National Science Foundation (NSF).’
  • 7. Voor een samenvatting van het gelekte rapport, zie hier;
  • 8. Officiële verklaring van de OPCW na aanleiding van het gelekte rapport;
  • 9. In deze tweet van de Britse propaganda onderzoeker Piers Robinson volgt een korte opsomming van de ontwikkeling van de OPCW mediastrategie rond het lek;
  • 10. Deze hele zaak zet natuurlijk ook het oppakken van Russische spionnen die de computers op het OPCW-kantoor in Nederland zouden hebben gehackt, in een ander daglicht.
Abonneer
Laat het weten als er

*

8 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Herman Aven
4 jaren geleden

Uitstekend artikel! Goed vervolg op o.a. het artikel over “Fake News” hier in 2016.

Over Maidan, het viel me op in 2015 dat het uitgebreide artikel van de BBC “The untold story of the Maidan massacre” verder weinig vervolg kreeg. Ook al blijven er vraagtekens hangen wat betreft de wat vage opdrachtgevers in het artikel, je kunt wel afleiden uit dit relaas dat de dingen zeker niet zo simpel lagen en er dus op z’n minst een serieus onderzoek nodig zou zijn om te zien wie nu eigenlijk wat beïnvloedde.

https://www.bbc.com/news/magazine-31359021

Het NYT Magazine artikel is erg technisch en lijkt me erg vatbaar voor bias in keuzes van methodes en verificatie maar dat zou onafhankelijk nog eens bekeken moeten worden. Als je het meer logisch bekijkt dat hebben alleen militante facties van de protesterende partijen iets te winnen bij een schietpartij hier.

Hector Reban
4 jaren geleden

Dank je, Herman! 🙂 Inderdaad een vervolg op dat artikel.

Over Maidan, ik denk dat er geen twijfel is dat scherpschutters van de Xrechtse milities op de protestanten hebben geschoten. Overigens schijnt onlangs een Omega sniper van de anti-oproer te zijn vrijgelaten.

Maar wat mij betreft kan de Berkut/Alpha/Omega geenszins uitgesloten worden. Ook zij hadden scherpschutters, schoten naast rubber kogels ook met scherp en er zijn beelden genoeg waarop je ze gericht ziet schieten op tijdstippen waarop ook doden vielen.

Over beïnvloeding: natuurlijk doet de “andere kant” ook hun best, maar uit de MH17 zaak komt toch wel de indruk naar voren dat de Russen verrast zijn door de mogelijkheden die hun vijanden aanwenden, en dat zij zelf een behoorlijk amateuristische indruk maken.

Misschien dat de trollenfabriek nuttige zaken doen op de thuismarkt, in Europa hebben ze weinig aandeel. Daar moeten ze het meer hebben van groepen die de manipulatie en het gelieg van eigen officiële en minder officiële organisaties zat zijn.

Hector Reban
4 jaren geleden

De werkgroep die de propaganda rond de oorlog in Syrie onderzoekt en aan wie het Henderson OPCW rapport werd gelekt, over de pogingen binnen de OPCW het onderzoek te sturen.

http://syriapropagandamedia.org/briefing-notes-3/how-the-opcws-investigation-of-the-douma-incident-was-nobbled

Pieter
4 jaren geleden

Mensen als Hector Reban werden door Wladimir Lenin nuttige idioten genoemd.

Hector Reban
4 jaren geleden

Niet door Lenin. Het is aan hem toegeschreven door westerse anticommunisten om “fellow travelers” (nog zo’n term) als willoze naïeve werktuigen van de Sovjets voor te stellen. Precies waar eigenlijk het artikel ook over gaat!

“The term has often been attributed to Vladimir Lenin, but this attribution is unsubstantiated”
https://en.wikipedia.org/wiki/Useful_idiot

Hector Reban
4 jaren geleden

Higgins (Bellingcat) begrijpt hoe het werkt

https://imgur.com/fdhiO6d

Hector
4 jaren geleden

Noam Chomsky over zijn propagandamodel in een tijd van sociale media:

NC: I don’t think the internet and social media changes the propaganda model at all. The propaganda model was about the major media institutions and they remain, with all the social media and everything else, the primary source of news, information and commentary. The news that appears in social media is drawn from them. So, if you look at the news on Facebook, it comes straight from the major media. They don’t do their own investigations

As far as social media are concerned, they are interesting in themselves. There has been a certain amount of study of them. What they have done is create bubbles. If you read the New York Times—which, incidentally, young people did not read much in the 1980s, either—but if you read the New York Times or the Washington Post, or even if you watch television news, you get a certain range of opinion, not very broad—it goes from center to far-right, but at least there is some discussion, and occasionally you get a critical voice here and there.

https://fair.org/home/still-manufacturing-consent-an-interview-with-noam-chomsky/

Hector Reban
4 jaren geleden