Dit jaar kent de verzameling afstudeerfilms van de Nederlandse Film Academie geen echte uitschieters. De documentaires en fictiefilms zijn kwalitatief aan elkaar gewaagd.
Documentaires
Ik moet niks van regisseuse Lieke Heil handelt over de 14-jarige Toebie die een zogenaamd vrije opvoeding krijgt. Het enige jaar dat hij op school zat schijnt een ramp te zijn geweest. Nu woont hij met zijn ouders ergens in een bos in Frankrijk. Toebie wordt door zijn vader voorbereid op een grootse loopbaan als muzikant. Filmmaker Heil kreeg toegang tot het wonderbaarlijke familieleven van dit hippe gezin wat geleid heeft tot een vaak hilarische documentaire. Wat ontbreekt is een kritische vraag.
Regisseur Niels Beth maakte Thuishaven, een docu over een woongroep van 55 mensen met een lang psychiatrisch verleden. Begeleiders Jeffrey en Tanja zetten zich met hart en ziel in om de bewoners zo zelfstandig mogelijk te laten leven. Dat lukt soms niet. Best een aangrijpende ervaring om deze verloren zielen te zien rond sloffen in deze documentaire.
Un Chanteur Invisible van regisseuse Hannah van Tassel gaat over de mistral wind in de Provence. De kou ontregelt het leven van de plaatselijke bevolking. De documentaire poogt een filosofische beschouwing te leveren over het natuurgeweld. Jammer dat de makers dat bijna angstaanjagende geluid van de wind overstemmen met veel gepraat. Zodoende krijgt de kijker geen meeslepende ervaring.
Regisseur en hoofdrolspeler Martijn de Vos wil in (Nader te bepalen) een voetafdruk achterlaten. In gewone mensentaal is dat beroemd worden. Hij schrijft zijn eigen Wikipedia-pagina en plaatst een standbeeld van hemzelf op het Beursplein in Amsterdam. Martijn stelt zichzelf kwetsbaar op in zijn zucht naar beroemdheid. Daarom is de documentaire zowel grappig als tenenkrommend. Bonusmoment is zijn afspraak met de hoofdredactrice van Vogue. Martijn wil namelijk ook fotograaf worden voor dit blad.
Als je later groot bent van regisseur Max Baggerman is een documentaire over de werkende mens. Het toont vele beroepen waarvan de meest markante het inpakken van Lassie rijst is. Max heeft zich laten inspireren door het werk van de briljante documentairemaker Nikolaus Geyrhalter. Dat had hij beter niet kunnen zeggen want de film bevat geen memorabel beeld of beklijvend inzicht.
Traag naar de Hemel van regisseuse Marlies Smeenge is opgenomen in een Belgisch klooster in Mechelen. Daar bereiden de laatste drie Zusters Norbertienen het kerstmaal. De stokoude dames en hun hondje Skippy zijn aandoenlijk en grappig. Het is gelukkig geen zwaarmoedig portret geworden, wel is er sprake van nostalgie naar vergane tijden. Ooit zat het immense klooster vol met nonnen, maar wat is nu de toekomst ervan?
Fictiefilms
Shalky van regisseur Lance Hossein Tangestani gaat over jonge Marokkanen in een wijk met hoge flatgebouwen. De 28-jarige Shalky gaat met zijn vrienden op zoek naar zijn autosleutels. Het is een plotloze fictiefilm, nogal vlak uitgevallen. We leren wat straattaal, dat is het.
Porfotto van regisseur Edson da Conceicao handelt over jongeren in de Rotterdamse wijk Spangen. Hier betreft het Surinaamse jongeren. Shalky en Porfotto hebben dezelfde thematiek, al is Porfotto iets dwingender. Maar ook hier wringt het gebrek aan plot, terwijl de film toch over een overval op een witwaspraktijk gaat. Wederom een beginnerscursus straattaal.
Regisseur Max Everett maakte The Underground, een film over de autistische en geniale Napoleon die zijn familie moet helpen een vijandige bende zien te verschalken. De familie heeft namelijk de macht over een omvangrijk tunnelstelsel. Evenals een aantal andere fictiefilms zijn ook hier de speciale effecten puik, maar hebben de makers geen spannend verhaal bedacht.
Offbeat van regisseuse Myrte Ouwerkerk biedt een futuristische blik op een toekomst waar de wereld onleefbaar is geworden ten gevolge van luchtvervuiling. Hoofdpersoon Olly moet testen afleggen om toegelaten te worden tot een leefbare koepel. Ook hier een fraaie vormgeving zonder een verrassende plot.
El Muerto is zowaar een genrefilm. Regisseuse Loïs Dols de Jong heeft een western gemaakt. Het is een simpele vertelling over twee broers en een zus die door goudkoorts bevangen worden. De film is gewelddadig en wordt geschraagd door fraai locatiewerk. Martin Koolhoven, regisseur van Brimstone, moet wel trots zijn op deze verdienstelijke mini-western.
Het wordt eentonig, maar er is niets mis met de speciale effecten in Mania. Bij een dergelijke korte duur kan de verveling niet toe slaan. Deze film van regisseur Edson da Conceicao gaat over een moeder en haar baby die verblijven in een verontrustend duister universum. De moeder moet een gevecht aangaan met een monster.
Ningyo van Timo Ottevanger lijkt op een thriller van de Franse regisseur Luc Besson. Er mogen best wat meer genrefilms op de Nederlandse Film Academie gemaakt worden. Dit exemplaar is niet slecht. De film gaat over een groepje jonge vrouwen die onrecht bestrijden. Weinig plot en veel actie lijkt het recept voor een dwingender fictiefilm dan menig ander van deze lichting.
Ulrik van Tongeren