o alles wetende oude wijze boom
ik zweef rondom uw eindeloze stam
vlij mij op krachtige wortels die
diep in de aarde verankerd zijn
terwijl uw weidse toppen door de
warme zon loom heen en weer
wiegen, als ik fladder, dwarrel en
zo schoon droom
droom over uw lang onsterfelijk
leven, over de alles doordringende
energie waarmee u menig mens,
plant en dier met zo een kracht,
moed en rijkdom een duwtje in de
rug heeft gegeven
dank dat u er bent, ik kan schuilen
onder uw barmhartige reuzenarmen
de koelte van uw voeten mag ervaren
tijdens zwoele zomernachten
wij dan gezamenlijk zien naar de
glinstering van zo een sterren
schittering, en tijdens regens en
koude uw bladeren mijn broze botten
verwarmen
ik streel u met de vingertoppen
teder en zacht, met op de lippen
een kwetsbare, dankbare glimlach