‘Nieuwe puzzelstukjes’ hebben het JIT ertoe gebracht vier hoge militairen aan te klagen voor het neerschieten van MH17 en de moord op 298 inzittenden. Er wordt zelfs direct naar het Kremlin gewezen.

       door Hector Reban

„We hebben steeds meer puzzelstukjes” is de boodschap die stelselmatig volgt als het internationale onderzoeksteam in de zaak MH17, het JIT, een persconferentie houdt. Mede op basis van nieuw bewijs dat op de bijeenkomst van 19 juni jl. werd getoond, heeft het Openbaar Ministerie zelfs besloten rechtsvervolging in te stellen tegen vier hoge militairen – drie Russen en één Oekraïner – die in 2014 werkzaam waren in het conflictgebied van Oost-Oekraïne.

De aanklacht beroept zich op hun verantwoordelijkheden als bevelhebbers aan de top van de commandoketen: „Hoewel zij niet zelf op de knop hebben gedrukt, is de verdenking dat zij nauw hebben samengewerkt om de BUK-TELAR te krijgen en in stelling te brengen op de afvuurlocatie, met als doel een vliegtuig neer te schieten. Zij kunnen daarom ook samen als verdachten worden aangemerkt van het neerschieten van vlucht MH17.”

Dat nieuwe bewijs bestaat met name uit gesprekken die door de hofleverancier, de Oekraïense geheime dienst SBU, zijn afgeluisterd. Die zouden bewijzen dat de commandant van de lokale strijdkrachten Igor- ‘Strelkov’ – Girkin al op 8 juni 2014 duidelijk maakte Russisch materieel, inclusief luchtdefensie, goed te kunnen gebruiken, omdat anders de zaak onhoudbaar zou zijn.

Verder baseert het JIT zich op een gesprek waarin Alexander Borodai, de zelfverklaarde president van de Donetsk Volksrepubliek (DVR), Poetin adviseur Surkov ‘zijn man in het Kremlin’ noemt. Surkov zou daarmee, zo is de suggestie, direct verantwoordelijk zijn voor het honoreren van Strelkov’s aanvraag voor luchtafweergeschut, ofwel: de Buk. Hiermee linkt het JIT de moord op 298 mensen direct aan het Kremlin, een zaak van internationaal belang en nauwelijks te onderschatten gewicht.

   Gesprekken

Voor een kritisch volger werpen die nieuwe puzzelstukjes, zoals eerder, op zichzelf eigenlijk weinig houvast. Het afgeluisterde telefoongesprek met Igor Strelkov toont aan dat de commandant, zoals hij zelf ook meldt, algemeen bekende informatie verstrekt. Zonder Russische militaire steun, van welke aard ook, zal het in de Donbass niet lukken, meldt hij. Strelkov noemt een aantal militaire zaken die hij nodig heeft, waaronder sterker luchtafweergeschut dan schouder gehanteerde raketlanceersystemen (MANPADs).

Feitelijk zegt dat weinig. Of misschien toch. Strelkov zat op het moment van het gesprek namelijk aan het front bij Kramatorsk en Sloviansk, in het noordwesten van het opstandige gebied. „De ondersteuning zou al geregeld zijn”, meldde zijn gesprekspartner. Daar kwam dan in de praktijk nog niet zoveel van terecht, want vier weken later, op 5 juli 2014, viel Sloviansk inderdaad. De enige Buk die in het gebied gezien werd, was van het Oekraïense leger, zoals bleek uit de foto bij dit artikel.

Strelkov nam de wijk naar de regio rond Snizhne, dat zo het nieuwe oorlogsfront werd. Het gebied dat door de opstandelingen werd gecontroleerd, brokkelde snel verder af. Nog steeds had hij waarschijnlijk allerhande materieel nodig om van de zaak een succes te maken, maar half augustus 2014 nam hij ontslag als de facto minister van Defensie van de DVR.

Strelkov meldt in het gesprek geen specifieke wapens, bijvoorbeeld voor luchtdefensie [1]. Laat staan een Buk, die – ook al zou die komen met een ervaren crew – zonder back-up van de rest van de eenheid (radarwagen, commandowagen, kraanwagen met extra raketten) weinig zinnigs zou hebben kunnen inbrengen.

Er vlogen namelijk continu lijnvluchten over. Rond het tijdstip van de ramp alleen al 4 inclusief MH17, zie ook de figuur uit het voorlopige rapport van de OVV hieronder. Een B777 van Indian Airways zat vlak achter hen. Die lijnvluchten zouden in principe met een reeks ‘bliebjes’ op het Buk radarscherm hebben moeten aangeven dat meerdere vliegtuigen op grote hoogte vlogen.

Uit OVV-rapport: een overzicht van het luchtruim ter plaatste rond het tijdstip van de ramp

Hoe moeten we het verhaal dan duiden? Een getrainde crew, die volgens het officiële verhaal ook zou zijn meegezonden met de Buk, staat een paar uur in het veld. De commandoketen weet niets van lijnvliegtuigen over het gebied, de crew is dus niet gebrieft over aanwezigheid van civiele vluchten.

Een ‘spotter’ ziet iets, volgens de SBU-taps, maar weet niet wat vanwege de wolken. ‘Iets groots’. De Buk opent vervolgens net voor het eerst zijn eigen radar (want weet ook niets over andere vluchten op hoogte), ziet vervolgens op de uiterste lock-on-target grens van 35 km MH17 binnenkomen op die radar en vuurt direct af.

Of ze besloten op eigen houtje zomaar wat Russische roulette in de lucht te spelen. In beide gevallen is geloofwaardigheid op z’n minst enigszins problematisch.

Dat een conversatie uit Sloviansk op 8 juni 2014 een rechtstreekse vraag naar een Buk voor Snizhne zou bewijzen, lijkt wel een hele grote stap. Het enige dat het gesprek bewijst – en daar is ook niet heel erg geheimzinnig over gedaan – is de vraag voor Russische steun.

Eigenlijk geldt iets soortgelijks ook voor het gesprek tussen Borodai en Surkov. Op 11 juli 2014 vertelt Surkov juist aan Borodai dat hij er niet op vertrouwt dat de mensen die iets zouden prepareren voor de verdediging van de DVR, ook daadwerkelijk met iets zouden komen. Hij adviseert Borodai eigenlijk het gewoon maar vol te houden.

Er kwam in ieder geval niet voldoende in de maanden juni/juli 2014. De opstandelingen wisten weliswaar op 14 en 16 juli enkele vliegtuigen, die op grote hoogte vlogen – zoals de Oekraïners beweerden [2]– naar beneden te halen. Maar toen was de Russische Buk volgens het officiële verhaal nog niet gearriveerd.

Vóór en na de vliegtuigramp van 17 juli 2014 heroverde de Oekraïense antiterreur-operatie grote delen van de DVR en de Luhansk Volksrepubliek. De opstandelingen herpakten zich pas weer diep in augustus. Twee weken later kwam het Minsk I akkoord tot stand en volgde een wapenstilstand.

Situatie Donbass mei-juli en val van Slovianske

Overigens kreeg Strelkov uiteindelijk wel sterker luchtafweergeschut. Op 10 juli paradeerde bataljon Vostok, een eenheid met vrijwilligers uit Tsjetsjenië en Ossetië en gelieerd naar het schijnt aan Donbass oligarch Akhmatov, o.a. met luchtafweergeschut type ‘Strela-10’ in Donetsk. Op 16 juli, de dag voor de ramp, werd commandant Strelkov nabij Snizhne geïnterviewd. Er was een Strela-10 in beeld.

Tijdens een interview met Strelkov op 16 juli 2014, een dag voor de ramp, verschijnt een Strela luchtafweergeschut in beeld

   Wat heeft het JIT eigenlijk?

In feite hangt de hele bewijslast samen met de zogenaamde vingerafdruk-analyse die het JIT op zijn vorige persconferentie toonde. Met behulp van een ‘unieke set van 7 kenmerken’ kon men de Buk op beeldmateriaal van 17 juli, dat uit de Donbass was gesijpeld, koppelen (matchen) aan een Buk van de Russische 53ste luchtmobiele brigade. Die was eind juni gezien en gefilmd in een konvooi van standplaats Koersk naar Millerovo in de Oekraïens-Russische grensstreek.

Het JIT kwam vorig jaar op eigen kracht met de volledige video – wellicht frame voor frame vervalst – waarvan het Franse magazine Paris Match een week na de ramp al twee stilstaande beelden had ontvangen {B1; voor een korte opsomming van relevante blogs, zie onderaan dit artikel}. Ook toonden zij al eerder nog meer materiaal van het traject Donetsk-Snizhne, met name uit Torez (een video) en Donetsk (een foto). Van een video van de Buk in Makeevka bleek plotseling een beeld met hoge resolutie beschikbaar. Interessant genoeg waren dit ook de vier bronnen waarmee de fingerprint-matching procedure werd uitgevoerd.

De elementen van het Koersk-verhaal waren allang voorgekookt door Bellingcat. Zij verzamelden het eerste beeldmateriaal – zonder uitzondering van onduidelijke authenticiteit, herkomst en datering – waarop de Buk van 17 juli te zien zou zijn geweest. Zij brachten het konvooi uit Koersk in kaart in een artikel van 8 september en 8 november 2014.

Op aanraden van een Britse ex-soldaat die in Oekraïne verbleef, ene ‘Mark Brown’, deed men in dezelfde rapporten ook al een vingerafdruk analyse, gebaseerd op een vergelijking met het beeldmateriaal dat Paris Match op 25 juli had gepubliceerd. [3]

Het Koersk-verhaal lag eigenlijk direct voor het grijpen. De Buk móest natuurlijk uit Rusland komen. Bellingcat, direct op zoek naar Russische Buks in de grensstreek, ontdekte na tips al snel beelden van een konvooi. Vanaf dat moment zou dit verhaal, dat de potentie in zich had de Russen direct te beschuldigen, een ander belangrijk verhaal verdringen. De mogelijkheid dat separatisten zélf een Buk zouden hebben buit gemaakt van een Oekraïense basis, verdween snel in de achtergrondruis.

Over Oekraïense Buks werd nooit gesproken, conform het Bellingcat dogma. ‘Als er geen sociale media materiaal/OSINT is, bestaat het niet‘. [4] Het JIT gebruikte daarvoor een eigen versie: ‘Als de Amerikanen zeggen dat het geen Oekraïense Buk geweest kan zijn, dan nemen wij dat direct over‘. In het afstrepen van scenario’s is geen enkele inhoudelijke aandacht aan deze optie besteed.

Dat is op zichzelf best merkwaardig. Onbekend is waar het Oekraïense leger een deel van de Buk-installaties van de antiterreur-operatie had opgesteld en waar een ander deel – bijvoorbeeld door de rebellen buitgemaakte Buks – verbleef. Nog steeds is geen enkele opheldering verstrekt over de whereabouts van de Oekraïense Buk- en raketten inventaris.

   Wat ontbreekt?

Het verhaal van het ophopende bewijs en nieuwe puzzelstukjes moet dus van zijn gebakken lucht ontdaan worden. Waar de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in de rapportage nog geen enkele verwijzing over had voor Bellingcat, heeft het JIT dus uiteindelijk in stappen van enkele jaren vrijwel het gehele verhaal van het onderzoekscollectief overgenomen. Geen hard forensisch bewijs, wel veel sociale media.

Er bleken ook geen nieuwe video’s van de voertuigen van het Koersk-konvooi bekend van de periode tussen 25 juni tot 17 juli 2014. Het JIT beweerde dat de Buks, met uitzondering van het aangewezen moordwapen, in september per trein terug zijn gegaan naar Koersk. Beelden van dat transport waren er niet. Er waren geen openbare satellietbeelden beschikbaar tussen 6.6 en 29.9 van de Millerovo luchtmachtbasis, om te checken of de vehikels van het konvooi daar in die periode verbleven (dat is enigszins vreemd).

Het JIT bleek eigenlijk nog geen idee te hebben hoe en waar de Buk de Donbass in en uit zou zijn gekomen, een beweging waar onze inlichtingendienst CTIVD ooit van beweerde dat daar ook geen aanwijzingen voor waren (zie p. 24 hier). Nu werd dan wel een chat op de Russische sociale media in de openbaarheid gebracht, waarin een soldaat uit het Koersk-konvooi in 2015 een gesprek had met een jonge Russische vrouw. Daarin suggereerde de soldaat dat de jongens van het derde bataljon (waartoe de Buk zou hebben behoord) in de richting van het westen (Oekraïne) zouden zijn gegaan. Een nogal mager bewijsstuk.

Harde informatie over een lancering vanaf de aangewezen locatie werd door het JIT ook nooit gegeven. We wisten al enige tijd dat de foto’s van een zogenaamde lanceer pluim geen Buk lancering vanaf de aangewezen locatie nabij Pervomaiske vertoonden. Eenvoudige fysische mathematica had dat bewezen. {B2}

Geheim Amerikaans bewijs dat waarschijnlijk gebaseerd was op Infrarood satellieten (SBIRS), enkele dagen na de ramp met veel tam-tam gebracht, is hooguit partieel en voor de rest gebaseerd op projectie. Toen de Russen eindelijk ruwe radar data van het gebied verstrekten, bleek dat ‘geen objecten in de buurt van MH17 te zien’ waren ten tijde van de ramp. Geen SU25 jachtvliegtuigen, maar óók geen raket lancering vanuit een plek ten zuiden van Snizhne. [5]

Verder ontbreekt het aan een adequate schadepatroon analyse en een precieze lanceertraject calculatie die daaruit zou kunnen worden opgemaakt. De OVV deed wel een poging, maar het uitvoerende instituut van Defensie, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Lab, schrapte een deel van verdacht gebied weg. Dat behelsde een stuk land precies ten zuidwesten van het aangewezen gebied, een deel waar de Oekraïense troepen en milities zich bevonden.

Gerommel met bewijs uit het rampgebied hoopte zich op.

Op de persconferentie van april 2018 pronkte het JIT opzichtig met Buk-raket onderdelen, die nabij het rampgebied zouden zijn gevonden. Op dat moment schreef men al in kleine lettertjes dat men niet zeker was dat deze onderdelen ook tot het moordwapen behoorden. Die kans werd kleiner vorig jaar september. Op dat moment kwamen de Russen met documenten, waaruit zou blijken dat deze Buk-onderdelen behoorden tot een raket uit het Oekraïense arsenaal.

Het JIT showt Buk raket onderdelen van onbekende oorsprong

Er was al de zaak van RTL-correspondent Jeroen Akkermans die een stukje vlinderdas-munitie van een Buk vond op een plek waar wrakstukken lagen die nooit getroffen konden zijn door Buk-munitie.

En dan rezen ook nog twijfels over de vondst van een opgepropt staartdeel van een Buk in de raamsponning van wrakstukken van de cockpit, op een plek die niet te rijmen was met het inkomende traject van de raket (zie hier). De vraag is wat een objectieve rechter hier allemaal van zou vinden.

   Rusland

Hoewel in mijn optiek milde aanwijzingen bestaan voor een Buk-lancering uit gebied dat niet door separatisten werd gecontroleerd – met name op basis van analyse van schadepatroon en raket traject {B3} – is de kracht van het JIT/SBU/Bellingcat narratief eigenlijk dat er geen vergelijkbaar bewijs voor een ander scenario aanwezig is.

De Russen deden het namelijk een stuk slechter, met name omdat men nooit geloofwaardige inlichtingen kon opdienen voor zo’n ander scenario. Aangeleverde satellietfoto’s van Oekraïense Buks bleken hoogstwaarschijnlijk vals. Een kaart die werd verstrekt waarop alle Oekraïense Buk-installaties in conflictgebied te zien zouden zijn, bleek de enige bekende plaats waar zij stonden, Izyum, niet te tonen. Hun eigen ruwe radarbeelden schoten het verhaal van de SU25-aanval definitief neer.

Het gedrag van Rusland deed denken aan de wijze van opereren in de zaak van Stan Storimans, de RTL4 cameraman die tijdens het Georgisch-Russische conflict van 2008 in Gori door granaatscherven van een Russische clusterbom werd gedood. President Medvedev beloofde een onderzoek, maar daar kwam niets van terecht. De Russen sloten de zaak, informeel vasthoudend aan ontkenning.

Poetin toonde zich in een interview-serie uit 2018 met de Amerikaanse regisseur Oliver Stone niet bijster respectvol en geïnteresseerd door een verwijzing met de beruchte Carlos-tweets te maken. De Spanjaard Carlos, die zich voor deed als luchtverkeersleider in Oekraïne, twitterde enkele uren na de ramp vermeende inside informatie uit een controlekamer. Er zou een aanval door twee SU25’s hebben plaatsgevonden. Na eigen onderzoek bleek dat Carlos zich kennelijk politiek sterk interesseerde voor het conflict in Oekraïne, maar in Roemenië woonachtig was en daar al eens was opgepakt voor oplichting.

In zijn reactie op de laatste persconferentie van het JIT (zie hier de officiële Russische reactie), zakte Poetin weer door het ijs met een provocerende retorische vraag: „Wie heeft nagelaten het luchtruim te sluiten? Wij niet!” Dat impliceerde weliswaar Oekraïense verantwoordelijkheid, maar dan wel voor collateral damage ten gevolge van een nauwelijks te vermijden separatistische actie. Zoiets gebeurt nou eenmaal in een oorlog als je zelf niet oplet, lijkt hij daarmee te zeggen.

Kennelijk wist Poetin ook niet dat Rusland inmiddels radardata had overhandigd waarmee de rechtstreekse betrokkenheid van SU25’s onderuit werd gehaald. In hetzelfde interview vroeg hij de toehoorder, alweer retorisch, hoe het nou ook alweer zat met die jachtvliegtuigen.

   Wat maken we hier nou van?

President Matahir van Maleisië liet zich zeer kritisch uit over het JIT-onderzoek. Daarmee koos hij volgens onze geopolitieke analisten unverfroren de Russische kant. De uitsluiting in eerste instantie van Maleisië uit het JIT kon zo achteraf alsnog worden gerechtvaardigd. Maar is er echt geen enkel bewijs, zoals hij en Poetin verklaarden?

De separatisten en/of Russen volledig vrij pleiten van schuld kan eigenlijk alleen met bewijs dat een operatie onder valse vlag is uitgevoerd of dat een fatale fout door Oekraïense strijdkrachten is gemaakt. In het verlengde moet dan ook gelijk manipulatie en vervalsing van alle Donbass Buk beelden (en een paar andere uitingen van 17 juli 2014 op sociale media) aangenomen worden. Manipulatie van alle SBU-taps die zijn gepubliceerd op YouTube lijkt vrijwel zeker, maar het is de vraag of zij soms misschien ook kernen van waarheid bevatten – zoals Buk-aanwezigheid.

Na de gasaanval van 2013 in Ghouta, Syrië, was MH17 de tweede zaak van internationaal belang die zijn beslag kreeg in massamedia en politiek op basis van open source intelligence. Het is misschien een brutale vraag, maar hoe ver zou men kunnen gaan bij de creatie van valse aanleidingen voor koude en warme oorlogen? Zou dit een soort experiment kunnen zijn waarin gepoogd wordt puur op basis van gegevens uit zogenaamde open bronnen de perceptie van het publiek, de instituties en de rechter te managen?

De zaak rond de Douma gasaanval [6] lijkt te bewijzen dat een operatie onder valse vlag met geregisseerde scènes die zijn bedoeld voor mediaconsumptie, de publieke perceptie en een internationale respons dwingend kunnen beïnvloeden. Maar de Douma-zaak kende een klokkenluider.

Of was er een Russische Buk al wat langer aanwezig? Dan zou een scenario denkbaar zijn waarbij Oekraïne wel degelijk partieel aansprakelijk zou kunnen worden gesteld voor het uitlokken van de situatie.

Tel maar op. Verantwoordelijkheid voor aanwezigheid van zo’n wapen binnen de landsgrenzen – plus – daar niets aan gedaan hebben (bijvoorbeeld saboteren, bombarderen) – plus – het luchtruim open houden – plus – een mogelijke provocatie met SU25’s om het ding af te laten vuren. Dat zou dan wel gelijk alle leugens en bedrog van die kant kunnen verklaren.

   Zal er recht worden gedaan?

Het JIT heeft echter besloten Oekraïne volledig met rust te laten. De laatste persconferentie lijkt voor niets anders bedoeld te zijn geweest dan het Kremlin rechtstreeks onder druk te zetten – via de Strelkov-aanvraag in Rusland en de daarop volgende Surkov-Borodai contacten voor vermeende honorering van die aanvraag. Van de Amerikanen horen we niets meer sinds de persconferentie van voormalig minister John Kerry op 22 juni 2014, maar dit moet zonder meer zijn afgestemd met de VS en het NAVO hoofdkwartier.

Niets uit deze gesprekken wijst specifiek op de aanvraag van een Buk. Bewijs is het niet. Hoogstens zijn zij illustratief voor de strafrechtelijke redenering dat de bevelhebbers onder wiens commandoketen een misdaad is gepleegd, rechtens verantwoordelijkheid zijn voor een zaak die als oorlogsmisdaad kan worden beschouwd.

Overigens horen we een dergelijke redenering zeer spaarzaam uit officiële Nederlandse kringen. Na de deconfiture van Bush en Blair vanwege de openbaring van de leugens waarop de Irak-oorlog was gebaseerd – een oorlog die inmiddels een miljoen levens heeft gekost – hoorden we Nederland bijvoorbeeld niet.

Met de Scheveningen Act heeft de VS zich goed ingedekt tegen eventuele vervolging voor oorlogsmisdaden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Misschien dat de Russen daarom geen zin hebben schuld te bekennen en voor paal te staan in een rechtszaak. Het zou enorm gezichtsverlies betekenen in het licht van hun aspiraties als wereldmacht, zeker als er geen aandacht is voor de duizenden dode etnische Russen in de Donbass en de honderdduizenden vluchtelingen. Dat zou een vernedering zijn die men ten kostte van alles zou wensen te vermijden.

Er zullen dus geen Russen opdagen bij de rechtszaak die op 9 maart 2020 van start zal gaan. Een rechtszaak zonder aangeklaagde partij werkt waarheidsvinding niet in de hand, zegt ook specialist internationaal strafrecht Geert-Jan Knoops. Dan zullen daar waarschijnlijk ook niet de vragen worden gesteld, die in dit artikel voorbij zijn gekomen.

Relevante Blogs:

B1: Project Haunt the Buk, Paris Match photos decisively debunked;

B2: The trail that wasn’t a launchplume; A reconstruction en The mystery of the two-faced launchplume

B3: The 13 October verdict: Dutch Safety Board versus Almaz-Antei en Did the Ukrainians shoot down flight MH17?

Noten:

  1.  Volgens de Duitse inlichtingendienst stonden S125 Pechora (SA-3) installaties in het conflictgebied. Er zijn rapportages van aanwezigheid van Osa ‘Wasp’ (SA-8 Gecko) van Strela-10, Tochka en Smerch luchtdefensie systemen. En natuurlijk van – Oekraïense – Buks;
  2.  Een saillant detail is dat de OVV in hun rapport die hoogte zonder meer overnam van de Oekraïners, maar dat de CTIVD die info als onbetrouwbaar naast zich neer legde’;
  3. Het verhaal rond het beeldmateriaal dat Paris Match publiceerde, is zeer merkwaardig te noemen. In eerste instantie zou de bron een fotograaf zijn die anoniem wilde blijven. Het verhaal was eerst dat hij/zij een FOTO had gemaakt in Snizhne. Blogger uit de anti-Russische stal Ukraine@war werd ingeschakeld dit recht te breien naar Donetsk (daarvoor stuurde hij iemand met een auto op pad en die vond de exacte plek).
    Na de JIT-persconferentie van 28 september 2016 werd het verhaal dat de journalist (werd eigenlijk niet meer als zodanig genoemd, maar ook niet gewijzigd) een handycam video had geschoten.
    Op 1 juli 2017 vertoonde Nieuwsuur een interview met de Franse fotografe Capucine Granier-Deferre waaruit bleek dat zij alleen de twee stilstaande beelden had GEZIEN op 17 juli en later waarschijnlijk heeft ontvangen. Deferre: „Ik heb er eerst niet veel aandacht aan geschonken. Hij liet het zien en zei: Kijk, daar liggen enorme raketten. We stonden op het punt te vertrekken dus ik heb er verder niets mee gedaan.”
    Dit verhaal klopt met de eerdere foute aanduiding van plaats en tijd. Deferre was gecontacteerd door een onbekende bron, mogelijk de SBU. Die liet haar de beelden zien en een verhaal (‘Buk op weg naar Snizhne’). Ze geeft later de beelden en de verkeerde locatie Snizhne door.
    Ik vroeg me ooit af in een blog hoe het zou kunnen komen dat een journalist niet meer zou hebben geweten waar hij/zij zich bevond op het moment van opname. Die vraag is nu beantwoord. De fotografe heeft nooit zelf de opname gemaakt, maar werd ermee ‘gevoerd’.
  4.  Het is zeer waarschijnlijk dat de afgeluisterde gesprekken over een ‘vogeltje dat eraan komt’ en ‘de mijnwerkersgroep heeft een vliegtuig neergehaald’ te maken hebben met het raken van een SU25 nabij Horlivka door een MANPAD, een dag vóór de ramp. Separatistische kanalen brachten het nieuws en ook sommige overzichten van neergehaalde gevechtsvliegtuigen noemen het. Oekraïne heeft dit voorval echter nooit officieel bevestigd. Omdat er ook geen beeldmateriaal van is – dus geen OSINT – trekt Bellingcat in hun laatste rapport de conclusie dat het wel degelijk over MH17 gaat;
  5. Er is een mogelijkheid dat een radar een snel bewegend object niet waarneemt, bijvoorbeeld als de lanceerbaan ‘meedraait’ met de radar. Daarmee zou een lancering van een andere plaats dan Pervomaiske mogelijk kunnen zijn, zonder op de Russische radar te zien te zijn geweest. De JIT doet de Russische redenering af als ‘absence of evidence is no evidence of absence‘ [van een Snizhne-lancering]. Dat zij claimen dat er absence of evidence is, zou kunnen betekenen dat de gegevens van een mobiele Oekraïense testradar ook niets hebben opgeleverd;
  6. Op 7 april 2018 zou het plaatsje Douma in Syrië zijn opgeschrikt door een gasaanval, waarbij tientallen doden zouden zijn gevallen. Het bleek naar alle waarschijnlijkheid een in scène gezet verhaal. Zie ook mijn eerdere artikel hier.
Abonneer
Laat het weten als er

*

1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Pieter
5 jaren geleden

En de joden zitten natuurlijk achter 9/11.