Paraguay verliest jaarlijks gemiddeld 250.000 hectare bos aan vee- en sojateelt. Het plan is om tot 2030 nog eens twee miljoen hectare te ontbossen.
door Martín de Ambrosio
Eerder deze maand heeft de Senaat van Paraguay nipt een wet verworpen die een jaar lang geen ontbossing zou toestaan in het hele land. „De wet was dringend en noodzakelijk. We hebben geen bossen meer, de biodiversiteit verdwijnt en inheemse gemeenschappen worden bedreigd”, zegt Mónica Centrón, coördinator biodiversiteit van de Paraguayaanse organisatie Alter Vida.
Het wetsvoorstel, dat slechts twee stemmen te kort kwam, was mede opgesteld om ook lopende vergunningen te schrappen, goed voor nog eens 60.000 hectare illegale boskap, en zou de bestaande wet op ontbossing tot 2020 uitbreiden tot de helft van het grondgebied. Voor Centrón moet een verbod op ontbossing minimaal vijf jaar duren om de ruimtelijke ordening goed te kunnen aanpakken.
‘Bosproductie’
Volgens het Nationaal Bosinstituut heeft 40,9 procent van het nationale grondgebied bosbedekking, meer dan 16,5 miljoen hectare. Volgens het Nationaal Ontwikkelingsplan Paraguay 2030 komt 15 miljoen hectare van dat bosgebied in aanmerking voor ‘bosproductie’, potentieel te ontbossen gebied. Momenteel is 3,5 miljoen hectare bestemd voor gentech sojabonen (meer dan het dubbele van in 2002) en ongeveer 26 miljoen hectare voor veeteelt.
De inheemse bevolking die in de bossen leeft, vormt bijna 2 procent van de totale bevolking, iets meer dan 100.000 inwoners. Ondanks het gevoel van urgentie zijn er milieuorganisaties dicht bij het standpunt van winstgevende landbouwproducenten die goede veeteeltpraktijken promoten – een eufemisme dat door de sector wordt gebruikt – en die tegen goedkeuring van de wet waren.
„Er zijn al sterke regels en elk landbouwbedrijf moet 25 procent van zijn gebied als bos bewaren”, zegt Fabiana Arévalos, coördinator van het habitat- en landschapsprogramma van Guyra Paraguay. Ze wijst erop dat de wet een negatieve impact zou hebben gehad op de duurzame ontwikkeling. „Dat is iets wat de mensen hier niet goed zouden begrijpen. We zijn op zoek naar een goede adequate aanpak en daar is veel onderzoek voor nodig.”
Een aspect dat Arévalos benadrukt hoor je vaak in Latijns-Amerikaanse landen, zij het in verschillende gradaties: met een nieuwe wet los je het probleem niet op omdat de regels niet kunnen worden nageleefd. De instellingen zijn zwak, er is geen personeel om alles te controleren en de boetes zijn meestal belachelijk laag.
„Voor je een wet goedkeurt die ontbossing volledig verbiedt, moet eerst het daadwerkelijke beheer van het grondgebied worden versterkt”, vervolgt Arévalos. „Je zou een wet kunnen goedkeuren die te radicaal is maar dan heb je niet de mogelijkheid om echt te controleren omdat er geen instellingen zijn om die op te volgen.”
Veeteeltlobby
Centrón van Alter Vida geeft toe dat er institutionele problemen zijn, maar vindt dat de wet toch nuttig geweest had kunnen zijn. De sterke veeteeltlobby heeft daar een stokje voor gestoken. „Nu moeten we werk maken van een wet of een ecologische richtlijn voor een deel van het Biosfeerreservaat Chaco, 7,4 miljoen hectare, dat door Unesco is erkend. De rest (van het land) wordt al ontbost.”
Carlos Pedretti, landbouwer en lid van de Plattelandsvereniging van Paraguay, legt het standpunt van de bedrijven uit. „De wet zou ons benadeeld hebben omdat het de groei voor de veeteelt begrensde. We hebben capaciteit voor 25 miljoen stuks vee, zoals Australië. Dat geeft ons het potentieel om de vierde vleesexporteur ter wereld te zijn, met veel banen, vleesverwerkende bedrijven en winkels.”
„Deze wet vertraagde dat, hij maakte het onmogelijk om meteen in te spelen op de kansen die de wereld biedt, vooral via de handel met China en Zuidoost-Azië, die zeer veel voedingsmiddelen vragen. We mogen die kans niet laten voorbijgaan. Vandaag hebben we 13 miljoen stuks vee en we kunnen dat aantal verdubbelen.”
Volgens Pedretti is Paraguay geen land van extreme ontbossing „en daarom moeten we niet meteen tot het uiterste gaan met een volledig verbod op ontbossing. Er zijn alternatieven, zoals corridors voor fauna tussen openbare en particuliere reservaten.”