De stikstofberekeningen en -modellen zijn zo onzeker dat je er geen beleid op moet willen baseren. Dat zeggen verschillende wetenschappers en juridisch deskundigen die deelnamen aan een hoorzitting in de Tweede Kamer.
De Kamerleden hebben morgen een debat met minister Schouten van Landbouw over de stikstofcrisis en willen zich goed voorbereiden. Een belangrijk onderwerp van het vraaggesprek is het plan van Schouten en de provincies om de landbouw te verkleinen in het kader van het stikstofbeleid. Advocaat Franca Damen spreekt van rigoureuze maatregelen die „de wereldwijd toonaangevende agrarische sector uit eigen land verdrijft.”
De maatregelen leveren rechtsonzekerheid op voor boeren, zegt Damen. „Het is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur om te zeggen ‘we gaan door met deze modellen en zoek het maar uit bij de rechter’.” En of de maatregelen natuurgebieden beschermen is nog maar de vraag, zegt zij. Ook andere juristen twijfelen aan de houdbaarheid van de stikstofplannen, meldt de NOS.
Hoogleraar internationaal natuurbeschermingsrecht Kees Bastmeijer wijst op de juridisch zwakke onderbouwing van het kabinetsbeleid. „De Europese rechter heeft het helemaal niet over ‘grenswaarden’ of ‘extern salderen’ of wat we in Nederland ook verzonnen hebben”, zegt hij. Volgens Bastmeijer wil het Europees Hof dat per vergunning wordt aangetoond dat een individueel natuurgebied geen last heeft van een teveel aan stikstof.
Het RIVM houdt vast aan de wetenschappelijke waarde van het berekeningsmodel stikstof, maar zegt daarbij dat het model onzekerheden kent. Toch wordt het kabinetsbeleid erop gebaseerd. Ondernemer en journalist Rutger van den Noort vindt dit kwalijk. „Het stikstofmodel is goed voor landelijke inschattingen. Maar als je kijkt hoe het provinciaal of lokaal uitwerkt, met onzekerheidspercentages van 70 tot 100 procent dan ben je beleid aan het maken met een model waar het niet voor bedoeld is.”