De Nederlandse overheid heeft via Dutch Venture Initiative (DVI) honderdduizenden euro’s geïnvesteerd in een lingeriebedrijf en stadsbrouwerij Jopen, meldt Het Financieele Dagblad.

Het fonds werd in 2013 opgezet om snelgroeiende innovatieve bedrijven te ondersteunen. Die zouden na de financiële crisis lastig aan financiering kunnen komen op de vrije kapitaalmarkt. Uit het verslag van de krant blijkt dat tot nog toe 218 bedrijven voordeel hebben gehad van de overheidssubsidies. Via het Dutch Venture Initiative is de overheid indirect aandeelhouder van deze bedrijven.

De zestien particuliere investeringsmaatschappijen die het overheidsgeld hebben gedistribueerd, kozen in 104 van de 218 gevallen voor investeringen in buitenlandse bedrijven. Verder blijkt dat er van de beschikbare 400 miljoen euro tot nog toe 133 miljoen euro daadwerkelijk is geïnvesteerd. De rest van het geld is toegezegd, maar nog niet gestort op de bankrekening van starters.

Stimuleringsgeld dat bestemd is voor innovatieve bedrijven ging onder meer naar het televisieproductiebedrijf Tuvalu, hypotheekadviseur Ikbenfrits, maaltijdbedrijf Eetgemak, ticketverkoper Tiqets en in het PR-bureau Kingfisher.

Maar in de lijst van 218 bedrijven zijn ook farma- en biotechbedrijven aanwezig, alsmede retailbedrijven zoals lingeriemaker Marlies Dekkers en Jopenbier.

Deskundigen reageren kritisch. „Zijn deze bedrijven nu belangrijk voor de Nederlandse economie? Ik denk het niet”, zegt Jaap Koelewijn, hoogleraar corporate finance aan de Nyenrode Business Universiteit. En zijn collega Arnoud Boot van de Universiteit van Amsterdam: „Achteraf kun je wel een verhaal bedenken waarom een bedrijf innovatief is, maar ik zie hier geen vliegwieleffect.”