Beste Rutger, met belangstelling heb ik in de Stentor van 29 januari je open brief aan alle Nederlanders gelezen.
Als reactie daarop moet ik je eerlijkheidshalve bekennen dat ik mij niet kan vinden in de alarmerende strekking ervan. Want ik ben er juist van overtuigd dat wij – als wereldbevolking – in een tijd leven die ons in staat stelt het ‘gezamenlijke’ waterprobleem op humane wijze ‘gezamenlijk’ te klaren. En dat heeft niets te maken met wishful thinking, maar alles met bewustwording. Het besef dat het almaar wassende water (gelijk elk ander wereldprobleem) geen Nederlands maar een mondiaal probleem is dat alleen op dát niveau adequaat kan worden aangepakt. Een kwestie van subsidiariteit.
Voor die hoopgevende mondiale aanpak leent zich met stip maar één organisatie: De Verenigde Naties. In feite het machtigste samenwerkingsverband dat er bestaat. Niet alleen omdat wij er in wezen allemaal lid van zijn, maar ook omdat wij het geproclameerde mensenrechten- of vredesideaal gezamenlijk onderschrijven.
Dat wij niet in staat zijn onze macht op juiste wijze (in het belang van het algemeen) te gelde te maken, is niet het gevolg van onwil van de 193 VN-lidstaten maar van de organisatiestructuur van onze volkerenorganisatie. Gelukkig is deze structuur niet in beton gegoten en daardoor in alle redelijkheid te wijzigen, via herziening van het Handvest. Artikel 109 biedt daar alle mogelijkheid toe, doordat het spreekt van een algemene conferentie van lidstaten met als doel: Herziening van het Handvest.
Wat die broodnodige herziening betreft, moet met name worden gedacht aan de opheffing van de ondemocratische (recht van veto) Veiligheidsraad, met de gelijktijdige overheveling van zijn primaire verantwoordelijkheid – de handhaving van de internationale vrede en veiligheid – naar de Algemene Vergadering (AV). Deze fundamentele herziening maakt de weg vrij voor de uitgroei van de AV van een ongeloofwaardig mondiaal praatcollege tot een gerespecteerd mondiaal daadcollege met bovennationale bevoegdheden.
Een gezaghebbend wereldforum dat op basis van onze ongeëvenaarde know how op elk terrein en de alom onderschreven Rechten van de Mens, een wereldbeleid van de grond weet te tillen waarmee de wereldproblemen en de daarmee gepaard gaande onrechtvaardigheden adequaat het hoofd geboden kunnen worden. Met andere woorden, waarmee het Algemeen Belang – de leefbaarheid van onze planeet – beleidsmatig wordt veiliggesteld. Niet alleen in ons eigenbelang, maar met name in dat van onze eerste zorg: ons nageslacht.
Als VN-lid zou onze regering het agenderen van die broodnodige herzieningsconferentie op zich kunnen nemen. Uiteraard op verzoek van de gehele Kamer. Met als hamvraag of onze 150 Kamerleden bereid zijn zich en bloc sterk te maken voor dat unanieme Kamerverzoek aan Rutte-III. Een Algemeen Verzoek ten behoeve van het overstijgende Algemeen Belang dat niet plaats-, tijd- en partijgebonden is. Laat staan persoonsgebonden.
Wouter ter Heide