Regisseur Johan Nijenhuis is een specialist in romantische komedies met hits als Verliefd op Ibiza en Toscaanse Bruiloft. De Beentjes van Sint-Hildegard is iets geheel anders. Het is een tragikomedie over de huwelijksproblemen van een koppel dat 35 jaar met elkaar getrouwd is.
Veearts Jan, gespeeld door Herman Finkers in zijn eerste filmrol, is het betuttel- en regelgedrag van zijn echtgenote, de universitaire docente Gedda (Johanna ter Steege), zat. Als Jan een koekje wil, komt zijn vrouw met appeltaart aanzetten. Daar wringt wat, Jan beraamt een stille opstand.
Dit is een aangenaam grappige en nuchtere komedie volgestouwd met de droge humor van Herman Finkers. De schoonmoeder van Jan respecteert de wens van zijn schoonvader niet om gecremeerd te worden. De stiekeme wraak van Jan is hilarisch en luguber. Bij de kinderen van Jan en Gedda spelen dezelfde rolpatronen, waarbij de vrouw altijd de baas moet zijn, al zijn die wat plichtmatig uitgewerkt.
Het gaat hier vooral om het geweldige samenspel tussen Finkers en Ter Steege. Jan, die voortdurend de confrontatie ontloopt met zijn vrouw, en Gedda die hartgrondig gelooft dat ze nog lang en gelukkig samen zullen zijn. Ze beseft echter niet hoe fragiel hun relatie geworden is.
Herman Finkers schreef het scenario voor de film, een bewerking van de van oorsprong Tsjechische film Tiger Theory (2016). Nijenhuis, Finkers en Ter Steege zijn alle drie Twentenaren. De film is dan ook in het Twents dialect opgenomen, met Nederlandse ondertitels, best wel gewaagd voor een commerciële film. Dat sappige Twents is een genot om te horen. Het maakt het nog niet tot een typische streekfilm. Een film over de provincie hoeft niet per se provinciaals te zijn.
De weerbarstige en stugge humor van Finkers heeft onmiskenbaar charme. En het gestuntel van Jan en Gedda met hun relatie is herkenbaar en universeel. Wie had gedacht dat we dergelijke woorden zouden gebruiken voor een film van Johan Nijenhuis. De regisseur kan blijkbaar meer dan hijzelf beseft. De Beentjes van Sint-Hildegard is een onverwacht genoegen.
Ulrik van Tongeren