De overheid wil smartphones voorzien van speciale apps ter bestrijding van de coronacrisis. Privacy First en Autoriteit Persoonsgegevens zien het gebruik ervan als een gevaarlijke ontwikkeling.
Het kabinet wil dat gebruikers van smartphones twee apps inzetten om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De eerste applicatie is een zogeheten contact-tracing app die onder andere in Singapore wordt gebruikt. Deze app houdt via bluetooth bij met welke personen de gebruiker in contact is gekomen. Raakt de gebruiker met corona besmet, dan zullen alle contacten een bericht krijgen met het verzoek om binnen te blijven en een tweede app te downloaden. Via deze app kunnen gebruikers contact houden met een dokter en hun situatie doorgeven.
Privacy First ziet het gebruik van dergelijke contact-apps als een gevaarlijke ontwikkeling, aangezien dit kan leiden tot talloze onterechte verdenkingen, stigmatisering, onnodige onrust en paniek. Zelfs ‘geanonimiseerd’ zouden de digitale gegevens uit dergelijke apps via koppeling alsnog tot individuele personen herleid kunnen worden.
„Bij grootschalig gebruik leidt dit tot een surveillance maatschappij waarin iedereen geobserveerd en geregistreerd wordt en men zich voortdurend gemonitord waant, met een maatschappelijk chilling effect tot gevolg”, aldus Vincent Böhre van de privacywaakhond. „Het risico is groot dat de verzamelde data voor meerdere doelen worden gebruikt en misbruikt door bedrijven en overheden. In handen van criminele organisaties vormen deze data bovendien een goudmijn voor criminele activiteiten.”
Voor Privacy First wegen deze risico’s van contact-apps niet op tegen de veronderstelde voordelen. „Mocht alsnog besloten worden tot grootschalige inzet van contact-apps dan dient dit dus strikt anoniem en op zuiver vrijwillige basis te gebeuren. Met individuele toestemming vooraf zonder enige vorm van druk, volledig geïnformeerd en voor een legitiem, specifiek doel.” Mocht hier niet aan voldaan worden, dan zal Privacy First dit bij de rechter aanvechten.
Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) ziet inzet van contact-apps niet zitten. „Locatiegegevens gebruiken om de overheid te helpen in de strijd tegen het coronavirus is niet volledig onmogelijk, maar kan alleen als daar een wettelijke regeling voor bestaat. We zien in andere landen systemen waarbij de overheid locatiegegevens van telecombedrijven gebruikt tegen verspreiding van het coronavirus”, zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen.
Volgens zowel privacywet AVG als de Telecommunicatiewet mogen telecombedrijven niet zomaar gegevens van klanten delen met de overheid. Tenzij al die klanten daarvoor zelf toestemming hebben gegeven of de gegevens anoniem zijn. „Toestemming vragen is in dit geval te omslachtig. En het anoniem maken van dit soort gegevens kan niet, omdat dat nooit onomkeerbaar is. Wie weet waar iemand woont of werkt en die gegevens combineert met de ‘geanonimiseerde’ locatiegegevens van heel veel mensen, kan met die combinatie achterhalen wie bij welke locatiegegevens hoort”, aldus Wolfsen.
Hoeveel burgers op dit moment een smartphone in bezit hebben, is overigens onduidelijk. Volgens de meest recente gegevens zou zo’n 16 procent van de Nederlanders er in 2018 geen hebben dan wel in het openbaar gebruik van maken, al gauw een slordige 2,7 miljoen burgers. Anno nu zal het aantal gebruikers gestegen zijn. Laten we zeggen dat zo’n 2 miljoen burgers, veelal ouderen, geen smartphone bezitten, dus ook geen gebruik van contact-apps zullen maken.