De titel van deze bundel is op zich al een samenvatting van de grondhouding van deze vluchteling uit Afghanistan. Zijn eigen land is zowel zijn moederland als Nederland.

      door Hans Beerends

Als 25-jarige kwam de Afghaanse vluchteling Qader Shafiq in 1993 aan in Nederland. Een jaar later woonde hij in Nijmegen en op dit ogenblik, zo schrijft hij in een van zijn eerste columns, ‘woon ik al langer in Nijmegen dan in welke stad ook’. En, zo voegt hij daaraan toe, ‘herboren maak ik kennis met de vrijheid met als prijs de chronische pijn van ontworteling en dierbare herinneringen aan kwijtgeraakte dromen.’

Als leergierige en nieuwsgierige jonge man leerde hij snel Nederlands, stortte zich in de Nijmeegse samenleving, begon een eigen adviesbureau en al dichtende en schrijvende voor regionale dagbladen en lokale wijkbladen werd hij zelfs een bekende Nijmegenaar.

   Wereldburger

In zijn columns kijkt hij soms met verbazing, soms met verbijstering, maar altijd met open ogen naar Nederlandse gewoonten en gebruiken. Nergens wordt hij de bedeesde dankbare vluchteling noch het zielige verongelijkte slachtoffer. Hij was of is geworden een wereldburger die met hoop, vertrouwen, maar ook met treurnis en teleurstelling zijn situatie aanvaardt.

Een van de dingen die hij met vreugde ontdekte, was dat je hier bijna alles mag zeggen of schrijven zonder angst voor arrestatie. Op tv zag hij de dissident Willem Oltmans die een proces aan ging tegen de Nederlandse staat. Hoe is het mogelijk!

Hierdoor aangemoedigd sprak hij in 2005 minister Rita Verdonk aan. Terwijl deze als eregast samen met de Nijmeegse burgemeester Guusje ter Horst gezellig naar de Vierdaagse lopers zwaaide, stapte Qader op haar af en beet haar toe: ‘U stuurt vrouwen en kinderen terug naar Afghanistan, maar dat land is niet veilig’. Ik weet wat ik doe, antwoordde Verdonk en Qader werd niet aangehouden maar wel door haar beveiligers verwijderd.

Die vrijheid die wij Nederlanders zo gewoon vinden, Qader kan ik er niet over uit. Sterker nog, schrijft hij: ‘Ik zat ooit in een televisieprogramma tegenover NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer zijn beleid te bekritiseren en werd niet uitgemaakt voor verrader. Tot de dag van vandaag ben ik niet gearresteerd. Na afloop hebben we zelfs nog gezellig gepraat over zijn en mijn passie voor andere culturen en over hardlopen’.

   Vierdaagse

Om snel te integreren maakte hij gebruik van de Nijmeegse Vierdaagse. Meelopend, toegejuicht en op de vierde dag, binnengehaald met gladiolen door Nederlanders van allerhande beroepen, opleidingen afkomst, politieke voorkeur en leeftijd, werd integreren bijna een natuurlijk proces. Hij kwam een wandelaar tegen die hem met racistische opmerkingen overlaadde maar na een uurtje praten voorstelde om samen een biertje te drinken.

Met een wandelteam laat hij zich sponsoren voor de financiering van een kinderbibliotheek in Afghanistan en, wel heel oer-Hollands, droeg hij bij aan de financiering van een gedenkteken voor de Nijmeegse pater Titus Brandsma, de heilig verklaarde priester die in de oorlogsjaren opkwam voor de vrijheid van meningsuiting en dat moest bekopen met arrestatie en diens dood in concentratiekamp Dachau.

Ook bezocht Qader de jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei en realiseerde zich dat niet alleen in Afghanistan vrijheid en menselijke waardigheid onderdrukt wordt maar dat ook in het veilige Nederland ooit onderdrukkende dictators macht uit oefenden. Vandaar dat hij ook begrip kan opbrengen voor mensen die bang zijn voor IS-geweld. ‘Jullie moslims hebben hier niets te zoeken’, voegde een ROC-student hem toe.

Hij schrok van het gegeven dat ‘polariserende angstschreeuwers’ zoveel invloed hebben op een deel van de jongeren, maar hij kan hun zorgen heel goed begrijpen. Als hij met een groep autochtone vrienden in de kroeg gezellig een borreltje drinkt en al pratende de gewelddadigheid van IS ter sprake komt, barst een vrouw in tranen uit. Tot hem wendend zegt zij: ‘Ik heb twee zonen en ik wil niet dat zij de ellende van de oorlog meemaken. Ik ben bang voor jullie moslims, jullie hebben hier niets te zoeken’.

Ja, daar zat hij dan. Zo’n vrouw, overpeinsde hij, kan een collega, een werkgever, een arts of wie dan ook zijn. Polarisatie verziekt verhoudingen terwijl wij hier aan dezelfde tap een biertje drinken.

   Kabul

Een meevaller voor hem was dat hij samen met de schrijver Arnon Grunberg in 2015 een studiereis naar Afghanistan kon maken via zijn voormalige vluchtweg. Hij zag zijn moeder, familieleden en bekenden terug, hoorde en ontwaardde hoe fanatieke islamisten nog steeds de dienst uitmaken. ‘Kabul’, schrijft hij, ‘ooit mijn Kabul. Nu een stad waar onrecht heerst en waar de Nederlandse regering gevluchte vrouwen en kinderen naar terugstuurt.’

De bundel leest als een dagboek van iemand die ondanks problemen er in slaagt een nieuw bestaan op te bouwen. Het kan een stimulans zijn voor een ieder die, al worstelend met problemen, zich met volle kracht inzet om er bovenop te komen. Luctor et Emergo zeggen ze in onze provincie Zeeland – ik worstel en kom boven. Moge dit een advies zijn voor en handelwijze worden van alle wereldburgers.

 

 

titel  Weg naar je eigen land; columns en verhalen
auteur  Qader Shafiq
illustraties  Josee Tesser
uitgeverij  Kontrast, 2019
uitgave  160 pagina’s
prijs  € 15,00
isbn  9789492411419

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties