Op twee nertsenbedrijven in Gemert-Bakel en Laarbeek zijn bij verschillende nertsen besmettingen van COVID-19 geconstateerd.
De nertsen vertoonden diverse ziekteverschijnselen waaronder ademhalingsproblemen. Er is onderzoek ingesteld om de bron van de besmettingen te achterhalen. Omdat enkele medewerkers bij beide bedrijven verschijnselen van het coronavirus hadden, wordt uitgegaan van een besmetting van mens op dier. Uit eerder onderzoek blijkt dat fretachtigen, en daarmee ook nertsen, gevoelig zijn voor besmetting met COVID-19.
Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft per direct maatregelen afgekondigd. Vanaf zondag is er een meldplicht ingesteld voor nertsenhouders, dierenartsen en personen in onderzoeksinstellingen. Als sprake is van ademhalingsproblemen en verhoogde sterfte bij nertsen moet dit gemeld worden bij de NVWA.
Volgens het RIVM vormen de nertsenbedrijven op basis van de huidige kennis over COVID-19 geen risico voor verdere verspreiding onder mensen. Besmetting van mens op dier is mogelijk, maar de impact van deze besmetting bij nertsen op de gezondheid bij mensen is op dit moment verwaarloosbaar. Besmetting van mens op mens is de stuwende kracht achter de huidige coronapandemie.
Op het bedrijf in Laarbeek zitten 7500 nertsen in kooitjes, in Gemert-Bakel 13.000 dieren. In Nederland worden nertsen gehouden voor de bontproductie. Omdat er ethische en maatschappelijke weerstand is tegen bontproductie, is op 15 januari 2013 de Wet verbod pelsdierhouderij ingegaan waarin staat dat pelsdierhouders tot 1 januari 2024 onder bepaalde voorwaarden mogen doorgaan met hun bedrijf als ze zich begin 2013 voor een overgangsregeling hebben gemeld.