Het is aannemelijk dat er een besmetting met het coronavirus heeft plaatsgevonden van nerts op mens, schrijft minister Schouten van Landbouw aan de Tweede Kamer. De medewerker is inmiddels hersteld van de ziekte.
Het is voor het eerst dat een dier een mens blijkt te kunnen besmetten met het coronavirus. De vondst is reden voor Schouten om het screeningsbeleid van nertsenbedrijven aan te scherpen. Alle boeren van de circa 150 pelsdierhouderijen in het hele land worden verplicht hun dieren te laten testen op antistoffen tegen het Covid-19-virus.
Eerder gebeurde dit alleen op vrijwillige basis in de omgeving van besmette bedrijven, of als bedrijven te maken hebben met verhoogde sterfte of ademhalingsproblemen bij dieren. Bij het onderzoek worden bloedmonsters genomen van een representatieve steekproef van nertsen op de bedrijven. Deze worden onderzocht op antistoffen tegen het virus. Het onderzoek zal enkele weken duren.
Volgens de minister werd de kans op besmetting van nerts op mens niet groot geacht. Eigenaars van besmette pelsdierhouderijen krijgen het advies ervoor te zorgen dat katten het bedrijfsterrein niet kunnen binnenkomen of verlaten. ‘In overleg met de nertsenhouders wordt op dit moment bekeken hoe dit advies effectief en uitvoerbaar ingevuld kan worden’, schrijft de minister.
„Als het klopt, is dit uniek. Dit is wereldwijd nog niet gedocumenteerd”, zegt hoogleraar diergeneeskunde Arjan Stegeman tegen RTL Nieuws. „Dit virus gaat makkelijk over van mens op mens. Dat is de drijvende kracht achter de epidemie. Maar dat er ook besmettingen plaats zouden kunnen vinden van dier op mens hoor je bijna niet. Dus dat is bijzonder.” Wel benadrukt Stegeman dat er nog meer onderzoek naar de besmetting moet komen.