Rainer Werner Fassbinder maakte in 1980 met zijn meer dan 15 uur durende productie de ultieme bewerking van Alfred Döblins klassieke roman Berlin Alexanderplatz (1929). In 2020 waagt de Afghaanse Duitser Burhan Qurbani zich aan een hervertelling van hetzelfde verhaal.
Vanaf het begin wordt duidelijk dat de film niet zozeer gebaseerd dan wel geïnspireerd is op het boek van Döblin. In Fassinder’s versie is Franz Biberkopf een kleine crimineel die probeert te overleven in de Weimarrepubliek (1918-1933). Qurbani gebruikt in zijn versie de Afrikaanse migrant Franz zonder papieren, hier Francis geheten.
Francis (Welket Bungué), die aan het begin uit de golven van de zee opduikt, belandt in een hostel waar migranten wonen. Ze werken in een fabriek en worden uitgebuit door een racistische voorman. Francis gaat hand- en spandiensten verrichten voor de psychopathische drugsdealer Reinhold (Albert Schuch). Voorts krijgt hij een relatie met de prostituee Mieze (Jella Haase), het lichtpuntje in zijn leven.
De kern van de film is de driehoeksrelatie tussen Francis, Reinhold en Mieze. Dat heeft de versie gemeen met het boek en Fassbinder. De film is uiteindelijk niet meer dan een migrantendrama dat zich afspeelt in de Berlijnse onderwereld. Qurbani heeft met zijn mede-scenarist Martin Behke echter geen politieke aanklacht over het lot van migranten willen maken.
Politiek speelt een belangrijke rol in het werk van Fassbinder. Hierdoor is destijds zijn Berlin Alexanderplatz een beklijvend tijdsdocument van de Weimarrepubliek geworden. De makers van de huidige versie hebben geen interessant equivalent hiervan gevonden wat de film tandeloos maakt.
Francis is een migrant met een grenzeloze overlevingsdrang en wordt geteisterd door trauma’s. Evenals Franz Biberkopf is hij een slecht mens die goed wil zijn en een goed leven wil leiden. Welket Bungué als Francis kan niet tippen aan de fantastische Günter Lamprecht in dezelfde rol. Deze Berlin Alexanderplatz kijkt vlot weg ondanks de niet geringe lengte, is kleurrijk en flitsend, maar mist diepte en spanning.
Gek genoeg komt het Berlijn van Qurbani niet tot leven, de smerige en statige straten van Fassbinder zijn hier ver te zoeken. Waar de film in excelleert is de rol van Albert Schuch als Reinhold. De acteur zet het glibberige sadisme briljant neer. Met de acteerprestatie benadert hij het weergaloze optreden van Godfriett John in dezelfde rol in Fassbinder’s meesterlijke productie.
Ulrik van Tongeren