ben ik verdwaald in levenslange chaos
waar dan de hand die mij leiden zou
dromen gebroken, wegen gescheiden
de bomen weten het, fluisterde ik in het bos
de vertrouwde aanraking op mijn borst
vingertoppen in liefde op jouw rug waarvan ik
elke oneffenheid, bobbeltje en vlakke huid kende
ogen zoeken, dwalen over een verlaten aardkorst
achtergelaten in duister, winderig niemandsland
jij daar, ik hier, een rivier aan tranen die wij laten
de adem benomen, het hoofd gebogen, geen geluid
pijn, missen, alleen en onbeschrijfelijk bang mijn voorland