De Franse regisseur Bruno Dumont heeft na zijn Jeannette, l’Enfance de Jeanne d’Arc uit 2017 een tweede film over de Franse heldin uit de vijftiende eeuw gemaakt. Die film is een soort musical met heavy metal muziek. Jeanne d’Arc (2019) is realistischer en toont de volwassen Jeanne die uiteindelijk aan het kruis zal branden wegens ketterij.
Typisch voor de dwarse Dumont is dat de tienjarige Lise Leplat Prudhomme de 19-jarige Jeanne vertolkt. In sommige van de talloze Jeanne d’Arc-films speelden zelfs actrices van in de dertig die rol. Welbeschouwd is deze heldin tijdloos, ze is een aansprekend symbool voor verzet tegen onderdrukking geworden.
Frankrijk in 1431, het gevecht van Jeanne d’Arc tegen de Britse overheersers strandt bij Amiens waar ze gevangen wordt genomen. De laatste tachtig minuten van de film worden in beslag genomen door haar gevangenschap en proces in de immense kathedraal van Amiens. De ondervragingen door de geestelijken zijn breedsprakig, didactisch en worden gedeclameerd. De acteurs zijn niet-professionals en werden geselecteerd op hun excentrieke uiterlijk.
De eigenzinnigheid van Dumont vertaalt zich naar een minimalistische benadering van het onderwerp. Bij hem geen massale veldslagen en andere bombast. Alhoewel Jeanne op een bepaald moment in een harnas wordt gehesen, is ze niet op het slagveld te zien. Dat slagveld is bij Dumont een van bovenaf gefilmde dressuur met paarden. Al deze kunstgrepen maken van de film een afstandelijke ervaring. Het is eerder een mijmering over spiritualiteit dan een meeslepend epos.
De atheïstische Dumont heeft vaker films met een religieuze thematiek gemaakt. Hij is gefascineerd door de mystieke kant van religie. Duidelijk is dat de regisseur het innerlijke leven van Jeanne wou weergeven. Ze krijgt de schaarse close-ups die in de film zitten. Lise Leplat Prudhomme speelde in de vorige Jeanne d’Arc-film van Dumont. In de nieuwe film is haar vurige vertolking met een intens doordringende blik het absolute hoogtepunt.
De afgelopen jaren maakte de regisseur films en tv-series vol zwarte humor. Daar zijn in de film nog enige sporen van te ontwaren. Dat komt vooral door de houterig acterende acteurs. Verbijsterend eigenlijk dat de meesterlijke acteur Fabrice Lucini eenmalig in een te korte scène mag opdraven als koning.
Jeanne d’Arc is best wel een genietbare en tegendraadse visie op Jeanne d’Arc. Maar het doet verlangen naar het werk van Dumont waar meer emotie te beleven valt. Bijvoorbeeld zijn meesterlijke Camille Claudel 1915 met Juliette Binoche over de gelijknamige beeldhouwster en vrouw van Rodin, die in een gesticht belandt geleid door nonnen. Die helletocht doet echt pijn.
Ulrik van Tongeren